Uit de serie Goudsch van Oud (met aanvullingen)
Goudsche Courant 5 februari 2003
Door Ton van Wieringen
Op 23 mei 1917 maakte Gouda voor het eerst kennis met de bokssport. In de openlucht op een sportterrein werkten de Nederlandse Boks Bond (NBB) en Toepoel’s Modelschool, een Haagse boksschool, mee aan de fraaie demonstraties. Op 22 maart 1921 vond in zaal Kunstmin aan de Boelekade het eerste echte boksgala plaats. Met zelfs een profpartij tussen de Fransman Wilson Forfab en de Zuid-Amerikaan Paolo Snobol. Forfab verliet de boksring als winnaar. De Gouwenaar Niekerk won een van de amateurpartijen.
Op 19 mei 1935 werd er gebokst op het middenterrein van de houten Goudsche Wielerbaan (166 m) aan de Bodegraafse Straatweg. Een jaar eerder wilden de baandirecteuren Bunnik en Molenaar al bokswedstrijden organiseren, maar toen kregen ze geen toestemming van Wethouder Donker en Burgemeester Gaarlandt. Waardoor de geplande partij om de Nederlandse titel middengewicht tussen regerend kampioen Leen Sanders en uitdager Arie van Vliet niet doorging. Maar op 19 mei 1935 troffen sterke Nederlandse, Duitse en Belgische boksers elkaar. Wegens het slechte weer viel de publieke belangstelling tegen. Enkele honderden woonden de gevechten bij. Na het spelen van de drie volksliederen trok Oranje aan het langste eind met vier gewonnen partijen. Vooral Rotterdammer Daaf Baan maakte indruk. Deze lichtgewicht veroverde de Nederlandse titel diverse malen en deed het ook goed als prof.
Gouwenaar Joost van der Tak (1914 – 1997) , eveneens een technisch begaafde vuistvechter, bokste een aantal keren tegen David Baan. Van der Tak stond niet bekend als KO – specialist, maar wel als een snelle puntenbokser met een goede verdediging. De voormalige Rotterdammer kreeg in meer dan 300 partijen nauwelijks klappen. Toch kon Joost niet voorkomen dat hij met een platte boksersneus door het leven ging. In de oorlog, op 10 februari 1943, kwam Van der Tak in actie in de Nieuwe Schouwburg aan de Boelekade. Hij versloeg de Hagenaar Brummer. Hoofdpartij van de avond was die tussen de profs in het weltergewicht Bep de Reus uit Rotterdam en de Amsterdammer Karel Bisschop jr. Na acht ronden won De Reus op punten. Voordat Joost van der Tak in mei 1940 als gevolg van het bombardement van Rotterdam uitweek naar Gouda, behaalde hij Rotterdamse titels en nationale successen in het lichtgewicht. Zijn Rotterdamse kampioensgordels gingen verloren bij het bombardement, maar na de oorlog kreeg hij een replica overhandigd door bestuurder Louis van Sinderen.

Een jarenlang boksverbod in zowel Gouda als andere steden maakte vanaf 1945 slechts demonstraties mogelijk. Bloedneuzen, knock-outs, ruwheid en overwinningen waren uit den boze. Het bleef bij stijlprijzen die vaak naar Van der Tak gingen. Bondsofficial Knol begeleidde de demonstraties propagandistisch: ,,Boksen is niet barbaars, maar een mooie sport, die beheersing, zelfvertrouwen en besluitvaardigheid kweekt.” Bep van Klaveren en Luc van Dam, twee kopstukken uit de vaderlandse bokshistorie, lieten de Gouwenaars in de Veemarkthallen smullen van perfecte demonstraties. Een andere profkampioen, Jo de Groot, begon na de oorlog een boksschool in het Kazernegebouw. Jur van Dam, die later zijn stempel zou blijven drukken op het stedelijke boksen, stond in 1946 aan de wieg van De Goudse Ring; hij zou later nog twee keer de bokssport van de ondergang redden. Van der Tak trad als instructeur in gratis dienst bij De Goudse Ring dat tot 1958 als vereniging bleef bestaan en gebruik maakte van allerlei (ook ongeschikte) zaaltjes. De sportman in hart en nieren, genoot steeds meer waardering als bokstrainer voor zowel jeugdigen als volwassenen. Ook in Den Haag profiteerde de jeugd van zijn opvoedkundige kwaliteiten. Zijn voorbeeld en leermeester Herman van ’t Hof (Rotterdam), in 1926 de eerste Nederlander die het tot Europees Kampioen bracht en nog tegen Wereldkampioen Max Schmeling bokste, werd naar de Pijpenstad gehaald om het boksen er bovenop te helpen. Zonder succes.
De Goudse Boks Vereniging (GBV) bleek na de oprichting in 1971 wel levensvatbaar. Deze club die vanaf 1977 fraai gevestigd is aan de A.G. de Vrijestraat nabij de Karnemelksloot, bestaat nog steeds. Ook de GBV haalde de kundige Van der Tak binnen. Joop Bruystens en Pim Goudkade oogstten in de beginjaren succes. Op 21 december 1971 organiseerde de drie maanden oude GBV een boksgala in Gouda. Met Rotterdammer Stan van den Driessche die de show stal. Gouwenaar Ton de Mooy bokste onbeslist. Het volgende gala vond op 22 december 1974 plaats in Kunstmin. Met pijn en moeite kreeg Jur van Dam 12 partijen op papier omdat veel boksers thuisbleven. Zo verschenen geen A-klassers binnen de touwen. Het GBV-kader kreeg daardoor geen loon naar werken. Toch kregen de 400 toeschouwers waar voor hun geld. Ze genoten vooral van de slotpartij tussen Gouwenaar Dirk Okkerse (31) en de 18-jarige Alviar Benros. De pugilist van de Kaap Verdische eilanden maakte het zijn opponent erg moeilijk door zeer snelle stoten en een fabelachtige techniek. Voetballer-bokser Dirk raakte vermoeid en verwaarloosde zijn dekking, waar Benros moeiteloos doorheen prikte. Okkerse besloot zijn Goudse debuut toen Joost van der Tak de handdoek in de ring gooide. Niet voor niets kende arbiter Ben Bril Benros de Goudsche Courant-stijlprijs toe. Sportredacteur Bert Hertog reikte de bokaal uit. Okkerse was niet erg teleurgesteld: ,,Ze noemen Benros niet voor niks Cassius Clay. Ik train pas 1 week na een blessureperiode , dus kon ik niet veel verwachten.” Clubgenoot Wil Verkerk die kon promoveren naar de B-klasse, liep eveneens tegen een nederlaag aan. Hij bleef slechts twee minuten overeind en had daarna geen antwoord op een harde kaakslag en een rechtse directe. Maar winst was er wel voor de GBV-ers Ton de Mooy en Peter Hofstede, die een stijlprijs verdiende.
Eind 1975 beëindigde Van der Tak zijn boksactiviteiten. Hij werd opgevolgd door Piet Bot en Boskoper Arie van Gemeren. Op 25 januari 1982 was Sporthal De Springers plaats van handeling van een van de voorrondes van het Zuid-Hollands Kampioenschap. Zwaarwelter en nieuweling Bert Slingerland (Gouda) won van Rotterdammer Buisman. Onder leiding van Jur van Dam werden succesvolle gala’s gehouden in Kunstmin en de Garenspinnerij.

Vanaf 1979 zwaait Arie van Gemeren de scepter als hoofdtrainer. Nu dus al 41 jaar. Hij leidde Gouwenaar en trainingsbeest Pascal van Norden naar diverse successen in de A-klasse en werkte ook met Nederlands zwaargewichtkampioen Roy Korving uit Waddinxveen. Hij moest de absolute uitblinkers Daaf Baan en Jan Nicolaas boven zich dulden.
Ik heb een vraag :
Is Joop Bruystens nog in leven?
Ik kwam bij uw artikel omdat ik een droom had over Joop Bruystens en Gouda.
Gr. Thérèse