“Ze goten de sherry in de plantenbak”
Uit de serie Goudsch van Oud: Goudsche Courant 20-09-2000
Door Ton van Wieringen
Voor, tijdens en geruime tijd na de 2e Wereldoorlog was atletiek populair in het Goudse. Toonaangevende verenigingen waren Vires et Celeritas, het Gouderakse THOR (Tot Heil Onzer Ribbenkast), Quick, Achilles en Olympia. Bovendien hadden alle voetbalclubs een atletiekafdeling. De actieve, overkoepelende Goudse Atletiek Kring (GAK) trad op als organisator en stimulator.
Het was de atleten een doorn in het oog dat de aanleg van een sintelbaan uitbleef. In 1926 en 1942 beloofde het Goudse gemeentebestuur een volwaardige atletiekaccomodatie, maar pas in 1985 (!) kwam de sintelbaan van AV Gouda gereed. Tot die tijd waren (te kleine) voetbalvelden plaats van handeling. Daardoor kwam de nadruk op de sprint en op technische nummers te liggen.
Nationaal gezien telde het Goudse district geducht mee. De Goudse Singelloopestafette en de Provinciale Park Wegwedstrijd (PPW) waren landelijk bekende evenementen die sterke lopers en duizenden toeschouwers trokken. Cor Amesz (1903-1976) van Olympia was één van de weinigen die koos voor de lange afstand. Tijdens de Olympische Spelen van Parijs (1924) zou de vertegenwoordiger van Goedewaagen deelnemen aan de estafette over drie keer 3000 m. Op dit nummer had Nederland medaillekansen achter het oppermachtige Finland van Paavo Nurmi. Amesz, die tweede van Nederland was op de 5 en 10 km, was eveneens ingeschreven voor de 3000 m steeple. Hij reisde echter niet naar Parijs af, omdat het Nederlands Olympisch Comité (NOC) weigerde loonderving te betalen. De GZC-waterpoloërs Jan den Boer en Wim Bokhoven waren in Parijs wel van de partij.
Vier jaar later in Amsterdam, waar voor het eerst dames mochten deelnemen, deed Sjaan Mallon van het Goudse Quick wel mee aan de Olympiade. Met haar zussen Greet (1901-1977), Anna en Tine behoorde Sjaan Mallon tot de beste Nederlandse atletes. Op bijna alle nummers blonken de zussen uit, inclusief estafette en zevenkamp. Zo was Greet bijvoorbeeld Nederlands kampioene kogelstoten, discuswerpen en 100 m, terwijl Anna diverse keren de Nederlandse titel verspringen behaalde. In Amsterdam startte Sjaan op de 800 m. Ze werd vierde in de serie en was meteen uitgeschakeld.
Cees Wiezer, een zoon van Greet Wiezer-Mallon, ontpopte zich in de zestiger jaren als een snelle sprinter: 10,8 sec. op de 100 m. De Olympiaan, die tegenwoordig dienst doet als starter bij de KNAU, werd geselecteerd voor de Olympische Spelen van Tokio (1964), maar voldeed niet aan de limiet. ,,Mijn tantes en mijn moeder stonden vroeger vaak langs de baan om me aan te moedigen”, herinnert Cees Wiezer zich. ,,Hun kritiek was niet mals want ze wisten van de hoed en de rand”. En over de afgunst jegens de zussen Mallon: ,,In Groningen kregen ze van concurrenten een glas sherry aangeboden omdat dit prestatieverhogend zou werken. Ze goten de sherry echter in een plantenbak en wonnen met glans.”
Eén antwoord op “Goudse atletiek, met de zusters Mallon”