In de serie “Met Goudanet aan tafel” , georganiseerd door Goudanet-Sportstad, was het dinsdag 21 oktober 2014 de beurt aan de Goudse Mixed Hockey Club (GMHC) om aan tafel te komen bij gespreksleider Hans Walthie. GMHC werd 35 jaar geleden (her)opgericht en een aantal van de gesprekspartners hebben die hele 35 jaar meegemaakt. Van het gesprek zijn opnames gemaakt.
Hier volgt een impressie van de bijeenkomst met daarin de belangrijkste en opvallendste zaken die in dit interessante gesprek over tafel gingen.
( Door Hans Sanders)
Even voorstellen
Hans Walthie opent het gesprek met de vraag aan de vier deelnemers zich kort voor te stellen en te vertellen over hun relatie met hockey en GMHC.
Hans van Raalte (1946): ik werd in 1958 lid van de Maasstad Rotterdam Hockey Combinatie (nu HC Rotterdam) in mijn woonplaats Rotterdam. Ik ben daar tot 1980 lid geweest en heb nooit hoog gespeeld. Ben naar Gouda verhuisd vanwege mijn werk voor de Goudsche Courant. Collega Pim Pruschen nam in 1979 het initiatief tot heroprichting van GMHC en daar heb ik toen aan meegewerkt. Aanvankelijk speelde ik in het eerste vanaf de eerste competitiedeelname in het seizoen 1980-1981, met als hoogtepunt het kampioenschap van de 4e klasse een seizoen later. Verder heb ik in de loop der jaren veel activiteiten voor GMHC verricht, zoals trainer/coach diverse jeugdteams, lid van de technische commissie, feestcommissie, toernooicommissie, bestuurslid, scheidsrechter en begeleider nieuwe scheidsrechter. Ook mijn vrouw en drie kinderen hebben bij GMHC gespeeld.
Karen Raap (1963): ik speel hockey sinds 1973, aanvankelijk in Leiderdorp waar ik opgroeide ( Alecto) en later in Wageningen waar ik studeerde (Wageningse Mixed Hockeyclub). In 1990 zijn we naar Gouda verhuisd, een mooie plaats gelegen tussen de werksteden van mij en mijn man. Heb me gelijk gemeld bij GMHC en speelde in team 1, 2, Dames veteranen en nu trimhockey. Was actief in de Technische commissie, Jongste Jeugdcommissie en deed de ledenadministratie toen mijn kinderen klein waren. Was verder trainer/coach van jeugdteams en trainer Trimhockey.
Ik zat 6 jaar in het bestuur, 3 jaar als bestuurslid hockeyzaken, 1 jaar als vice-voorzitter en 2 jaar als voorzitter. Tenslotte ben ik voorzitter van de werkgroep van de zojuist afgeronde verbouwing.
Peter Dijkgraaf: Ik heb zelf nooit gehockeyd, voetbalde bij PDK in Den Haag. Ik werd als collega van Pim Pruschen bij de Goudsche Courant in 1978 lid van het comité Heroprichting GMHC met verder Jan Holleman, Fé Kollaart en Van Eijk. Ik kon zo al snel ervaren dat het bij hockey veel leuker was dan bij het voetballen. Ben coach geweest van de Meisjes B1 en A1. Zat verder in het bestuur van 1986 tot 1992, o.a. als lid technische zaken met de aanstelling van de eerste betaalde trainer Ralf Bleeker. Ik was in 1989 lid van de commissie die de komst van het eerste kunstgrasveld heeft voorbereid. Daarna heb ik me als supervisor bemoeid met de bar en, tot op heden, met de opleiding van de scheidsrechters. In 2004 was ik voorzitter van de Jubileumcommissie ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan.
Pieter ten Bosch (1945): ik leerde hockeyen in Hattum vanaf 1957. In 1978 zijn we met het gezin in Gouda komen wonen en heb in 1979 deelgenomen aan de informatieavond voor de oprichting van een hockeyclub onder het motto, dan hebben we een sportclub voor onze jonge dochters. Ik heb toen aangeboden mee te helpen met de heroprichting van GMHC en heb toen in het oprichtingsbestuur de functie van bestuurslid hockeyzaken vervuld. In 1984 ben ik uit het bestuur getreden. Daarna op zaterdagen supervisordiensten met betrekking toezicht bar en accommodatie gedaan. In 2000 ben ik gevraagd het bestuur te gaan ondersteunen met beleidszaken. Na een dringend beroep heb ik in 2003 de functie van secretaris vervuld tot 2009. Daarna ben ik beheerder van de website geworden en doe tot op heden het digitale leden- en administratiesysteem. Sinds 2011 ben ik lid van de Stichting Kunstgras Groenhoven en ben lid van de klusploeg. Vanaf de start van GMHC speel ik in een hockeyteam, nu in Veteranen LA.
1938 – 1979: de eerste periode
Pieter kiest bewust voor de term “heroprichting” om de link naar 1938 te kunnen leggen.
In een nalatenschap zat een oude lidmaatschapskaart, waarop de vermelding “Opgericht 4 november 1938” stond, waardoor de precieze oprichtingsdatum weer bekend was. In de nalatenschap werd ook het laatste gestencilde clubblad gevonden uit 1946.
Die werden gestencild bij het “Rotterdamse Copieerbureau, Specialisten in stencillen van clubbladen”. De eerste periode schijnt ongeveer in 1947 doorgebloed te zijn wegens gebrek aan leden en geld. In de jaren zestig (1966) en zeventig (1970 en 1977) van de vorige eeuw zijn een aantal pogingen gedaan weer tot de vorming van een hockeyclub te komen op initiatief van Pim Pruschen.
Hans Walthie vraagt zich af, wie was deze Pim Pruschen? Hans van Raalte vertelt dat Pim hem in 1970 bij de Goudsche Courant aangenomen heeft toen hij enige jaren chef van de redactie was. Het was een wat formele man, die bezield was van cricket en later ook hockey. Vreemd genoeg heeft hij zelf geen van beide sporten beoefend. Zijn zonen hebben wel gecricket.
Bij de oprichtingsvergadering in De Veste waren een 80-tal belangstellenden aanwezig en dit keer was er vanuit de gemeente, in tegenstelling tot bij de voorgaande pogingen, wel de toezegging gedaan voor een veld, vandaar dat het nu wel kans van slagen had.
1979: heropgericht!
Na de heroprichting werd in het seizoen 1980 – 1981 voor het eerst aan de competitie deelgenomen. Hans meldt dat heren 1 een veredeld veterane team was en dat dit voor hem dé kans was om in een eerste elftal te spelen. Er werd getraind op een half verhard veld in Oosterwei naast Jodan Boys. In het eerste jaar werden de heren 1 derde en een jaar later zelfs kampioen en volgde promotie naar de derde klasse. Dit is de enige keer dat de heren gepromoveerd zijn na een kampioenschap; de andere promoties door de jaren heem volgden altijd via de tweede plaats. In 1980 werd ook begonnen met jeugdteams, vanaf 8-9 jaar. Trainer was Hans van Sant en de meeste jeugdspelers kwamen van de Casimirschool en het Coornhert Gymnasium. Hans vertelt dat hockey een tijdlang een elitaire sport was, maar niet in Gouda. Zo werd op de meeste clubs gebridged, maar bij GMHC geklaverjast. De sport is geleidelijk aan “normaler” geworden. De Hockeybond heeft bewust geprobeerd het elitaire karakter eraf te krijgen. Pieter meldt dat in de naoorlogse jaren verenigingen vaak opgericht werden vanuit middelbare scholen.
Clubblad
Toen er weer een clubblad opgericht werd dat wekelijks zou verschijnen, is er een prijsvraag uitgeschreven voor de naam. De winnaar werd “De bolle kant”. Een hockeystick heeft aan de onderkant een bolle en een platte kant en met de bolle kant mag niet gespeeld worden. Op maandagavond werden de teksten getypt op speciale stencilvellen en daarna gestencild. Leden die getraind hadden konden het weekblad gelijk meenemen en in zijn of haar buurt verspreiden.
Toernooien
In 1985 werd het eerste internationale toernooi gehouden met teams uit de zustersteden Cloucester en Solingen. Cloucester stuurde een touringteam, The Old Riches. De spelers werden ondergebracht bij gastgezinnen. Eén keer was er bij zo’n toernooi een bijzondere gast, namelijk Prins Maurits die meespeelde met een club uit Apeldoorn en hij sliep net als de andere spelers die keer in een tentje. Wel waren er twee beveiligers bij van de Marechaussee. Die hadden zich van te voren niet bekend gemaakt, zodat de eigen beveiliging ’s avonds vreemd op keek toen ze de twee mannen in het Groenhovenpark zagen rondscharrelen.
Familiesport
Hans benadrukt dat hockey echt een familiesport is met kinderen, kleinkinderen en vrouwen. Je gaat er als gezin naartoe. Belangrijk voor de sfeer die er heerst, aldus Pieter, vandaar dat er weinig tot niets gebeurt rond de wedstrijden. Uiteraard gebeurt er wel eens wat in het veld, maar dat is dan vooral verbaal.
Scheidsrechters
Peter vertelt dat één van de zwakke punten was het niveau en aantal van de eigen scheidsrechters, namelijk matig en weinig. Hij heeft in 1986 een cursus gevolgd met zijn dochter. Beiden kwamen daar enthousiast van terug. In eerste instantie kostte het veel moeite spelers naar de cursus te krijgen, maar als ze eenmaal het diploma hadden gehaald gingen ze er ook nog beter van hockeyen en met meer respect voor de scheidsrechter. De bond heeft sinds enige jaren verplicht gesteld dat B-junioren een diploma halen, anders mogen ze niet bij de A-jeugd uitkomen. Daarmee is het een stuk makkelijker geworden voor de verenigingen; je hoeft er niet meer achterheen om spelers over te halen. Ook ouders en coaches die zich langs de lijn opgepast gedragen, zoals schelden, worden uitgenodigd zo’n cursus te volgen.
Kunstgras
GMHC was de eerste vereniging in Gouda met een kunstgrasveld. Dat kostte indertijd 500.000 gulden en het geld werd bijeengebracht door acties, een sponsorloop en een feestavond in Kunstmin. Verder werd in overleg met de gemeente het onderhoud afgekocht voor een periode van 10 jaar. Het kunstgras was hard nodig voor een technische sport als hockey en omdat er veel op gespeeld moest worden. Hans weet nog dat de twee eerste kunstgrasvelden van Nederland in 1974 aangelegd zijn in Rotterdam. Nu er overal kunstgrasvelden zijn komt het spel veel meer op techniek aan en is het spel er 200% op vooruit gegaan.
Pim Pruschen penning
Sinds 1990 wordt de Pim Pruschen penning voor verdienstelijk leden uitgereikt op de jaarlijkse familiedag. Pim overleed in 1989 en de penning is ontworpen door zoon Frank Pruschen. Op de familiedag speelt men met familieteams. De penning wordt jaarlijks aan 1 tot 3 personen uitgereikt.
GMHC rond 1990
Karen Raap werd lid in 1990 toe ze in Gouda kwam wonen. Ze trof een ontzettend gezellige club aan. Omdat alle teams vol zaten zou ze alleen in het eerste terecht kunnen, als ze het niveau had en dat had ze. Veel van haar teamgenoten kwamen oorspronkelijk ook van buiten Gouda. Het duurde niet lang voordat ze in de Technische commissie zat.
Jeugd
Peter vertelt dat vanaf 1988 GMHC de eerste betaalde trainer kreeg, maar dat nu ook de jeugdtrainers een vergoeding krijgen. GMHC zet namelijk al heel lang in op de jeugd om zo het niveau te verhogen. De promoties vinden steeds meer plaats met eigen kweek. De vereniging werd ook steeds groter en zo kon je beter doorselecteren, omdat er meer keus was. Uitgangspunt binnen de club is dat de jeugd een goede opleiding moet krijgen. Het overgrote deel van de leden is jeugdlid. Ook bij GMHC staan scouts van andere clubs langs de lijn. Als er een uitzonderlijk talent is, dan wordt zelfs aangeraden hoger te gaan spelen, GMHC zal zich daar niet tegen verzetten. Halverwege de jaren tachtig is Annemarie Roozendaal naar HC Rotterdam gegaan, waar ze 20 jaar in het eerste speelde en ook Jong Oranje haalde. Ook Bas Appels werd selectiespeler van HC Rotterdam.
Succesfactoren
De vereniging is steeds groter geworden, nu zo’n 850 leden. Dat heeft te maken met de successen van Oranje, maar ook zeker doordat het aantal incidenten veel minder is dan bij het voetbal. Dat kan een overweging zijn van ouders hun kind op hockey te doen. Ook dat het een familiesport is, helpt mee. Dat je er steeds jonger mee kan beginnen helpt eveneens; het kan nu al vanaf 5 jaar. Wel is de verhouding jeugd – senioren nogal uit balans. Een 600 jeugdleden, tegenover 250 senioren. De jeugd gaat vaak studeren en zwermt dan over het land uit. Het is moeilijk ze dan nog vast te houden. Door het grote aantal jeugdleden is er vanzelf wel veel aandacht voor de jeugd. Er ontstaan ook zeker hockey-huwelijken, maar dat aantal is niet extreem. Hockeyverenigingen zijn ook geen bierclubs meer, ook dat is goed voor de beeldvorming.
Bestuur
Door het geringe aantal seniorleden is het vanzelf wat moeilijker een bestuur te bemensen. In 2003 waren er nog maar drie bestuursleden over en is Pieter secretaris geworden. De oude garde maakte toen plaats en omdat het moeilijk was nieuwe te vinden kwamen de ouders van de jeugd in beeld. Zo kwamen er mensen in het bestuur die zelf niet gehockeyd hebben. Voor spelende leden is het blijkbaar moeilijk ook nog in een bestuur te gaan zitten. Het hockey-technisch beleid heeft desondanks prioriteit.
Uitbreiding en verbetering accommodatie
In 2006 zijn de voorbereidingen al gestart om in 2014 bij het 35 jarig bestaan te kunnen beschikken over een adequate accommodatie. Door het almaar groeien van de club waren er te weinig kleedkamers, uitbreiding was onvermijdelijk geworden. Eerst werd nog wat kleedruimte om de hoek gehuurd van korfbalvereniging Gemini, maar in 2012 was dat afgelopen. Karen: de wensenlijst en het budget voor de accommodatie lagen vrij ver uit elkaar. Dus moest de wensenlijst aangepast worden. We hebben drie plannen laten maken en de beste gekozen. Daarna voorgelegd aan de gemeente en uiteindelijk ging de gemeenteraad akkoord. Er zijn nu nieuwe kleedkamers en een tribune erboven, met daarachter bovenaan de clubruimte. De kleedkamers zijn, net zoals bij Olympia, uit een accommodatiepotje bekostigd door de gemeente. Wij huren vervolgens de kleedruimten van de gemeente. Ook onze eigen Stichting Kunstgrasveld financierde een derde. Bij de heropening, met de burgemeester erbij, werden alle jeugdclinics betaald door sponsors, ook die van Naomie van As. Ja, we hebben iets met “her”!.
Hans Walthie vraagt hoe de deelnemers GMHC zien over 10 jaar van nu:
Hans van Raalte: over 10 jaar zijn de dames 1 en heren 1 goede eerste klassers. Er zal niet zoveel groei meer zijn. Handhaven wat je hebt en blijven inzetten op de jeugd.
Karen Raap denkt dat de club zich verder verbreed zal hebben, zoals met G-hockey, waarvan er nu 2 teams zijn. Verder valt te denken aan (meer) trimhockey voor ouderen en bedrijfshockey.
Peter Dijkgraaf: Er is nu een derde generatie ouders en dat is ook goed voor het bestuur, nu en in de toekomst.
Pieter ten Bosch: verwacht niet dat er nogmaals een heroprichting nodig zal zijn. We blijven tussen de 800 – 900 leden houden. Willen wel weer nieuwere kunstgrasvelden, want die velden worden steeds beter van kwaliteit.
Hans Walthie: wat beschouwen jullie als hoogtepunt bij GMHC:
Pieter : dat is geen moment, maar ik vind het elke zaterdag mooi als ik op de club kom en zie hoe goed het reilt en zeilt
Peter: het eerste kunstgras in 1989.
Hans: het kampioenschap met het eerste in 1983.
Karen: de opening van de nieuwe kleedkamers en de tribune op het nieuwe terras. Daar waren verschrikkelijk veel oud leden bij, zoals erelid Jos Louwers en Stien Pruschen, de echtgenote van, beiden 86 jaar.
Hans Walthie dankt de GMHC-ers voor het fijne gesprek en nodigt ze uit nog even na te praten in ‘Kruim”.