Willem Dekker: ONA-man in hart en nieren: deel 1

In 2021 verscheen onder de titel “Voetbalgek DEK” (ISBN 9 789081 349 352) van de hand van sportjournalist Pieter van der Laan, met medewerking van Ton Broekhuisen en Marianka Peters, in 43 hoofdstukken de voetbalherinneringen van Willem Dekker. “De goedlachse babbelbox neemt je zonder haperen mee naar het amateurvoetbal uit de periode 1960-2020. “, aldus Pieter van der Laan op de achterflap. Dit artikel is geen recensie, maar bevat een selectie van feiten en anekdotes zoals beschreven in het boek, hier gepubliceerd met toestemming van Willem Dekker.

 

 

 

 

 

 

 

Deel 1: 1951 – 1976

Willem Dekker speelde 17 jaar in ONA 1 en trainde nadien Alphen (2x), Haastrecht, Floreant, Gouda (2x), CVC Reeuwijk, Bodegraven, ONA (2x) en de regionale jeugd van ONA.

Het begin

Willem Dekker werd geboren in Moordrecht op 6 januari 1951. Zijn vader, Wilhelmus Hendrikus Dekker, was stopperspil bij de VV Moordrecht en speelde tot zijn 39e jaar in het eerste. Al vroeg ging Willem mee met de uitwedstrijden, die door de derde helft ongeveer de hele zondag duurden.

Nog voordat Willem bij de VV Moordrecht kon worden aangemeld, verhuisde het gezin (met moeder Dirkje van Vianen en vanaf 1959 broer Hans) in 1956 naar Gouda. Via de Willem de Zwijgersingel en het Margrietplein belandde men uiteindelijk op de Nieuwe Haven, vlak bij de Brandweer Kazerne. Na altijd op straat, pleinen etc. gevoetbald te hebben, werd Willem in 1961  lid van ONA. Je kon toen pas vanaf je tiende lid worden van een voetbalclub. Hij werd vanaf die tijd als een magneet naar de Walvisstraat getrokken, waar hij geen training oversloeg en hand- en spandiensten verrichtte. Dat werd ook door het ONA bestuur opgemerkt en Willem kreeg een brief van hen, waarmee hij kon aantonen dat hij gratis met de spelersbus mee mocht naar de uitwedstrijden van het eerste.

Jeugdperiode

Willem Dekker ontwikkelde zich snel als speler en hij leek daarin op zijn vader, die in het veld een instinctief gevoel leek te hebben voor het innemen van de juiste positie, goed kon koppen en dus een prima verdediger was.

Willem speelde in de jeugd in alle standaardteams. Spelend in de B1, mocht  Willem al 1 jaar eerder van trainer Dick van Leeuwen doorstromen naar de A1.

ONA A1 met Willem Dekker (staand boven in het midden) en trainer Dick van Leeuwen (rechtsonder)

Van die generatie zijn Ron Bloot, Willem Nederberg en Willem Dekker doorgedrongen tot het eerste. “In de pupillen en junioren heb ik altijd centraal in de verdediging gespeeld. Nooit op een andere positie.”

Willem was wellicht geen top voetballer, maar zat er wat niveau betreft dicht tegenaan. De jonge aanvoerder was allround en bleek over een snoeihard schot te beschikken. “Ik kon als junior een vrije trap van twintig, dertig meter strak tussen de palen schieten. Er zat buskruit in het rechter been. Ook met links kon ik aardig uit de voeten. Die pure kracht werd echter minder door een vervelende knieblessure die ik opliep tijdens een wedstrijd van het Goudse Jeugdelftal. Ik overstrekte mijn rechter knie bij een sliding en speelde vanaf dat moment voortdurend met pijn. Met die knie is het eigenlijk nooit meer goed gekomen. Pas jaren later constateerde orthopedisch chirurg Strikwerda dat er een kruisband was afgescheurd. Daarnaast was er sprake van een kapotte meniscus en kraakbeen schade. Strikwerda heeft mij diverse malen geopereerd, waardoor ik kon blijven voetballen. Blijkbaar was mijn pijngrens vrij hoog en had ik de wil om door te gaan, desnoods half invalide. Het spelletje was mijn lust en mijn leven. Stoppen was geen optie, ik moest doseren, mijn dijbeen spieren versterken en een stilliggende bal nooit meer vol raken. Dat laatste knoopte ik goed in mijn oren.”

Gouds Jeugdelftal

Tijdens zijn hele jeugdperiode kreeg Willem te maken met jeugdtrainer Dick van Leeuwen. Hij was bloedfanatiek op trainingen en zeker bij wedstrijden. Menig waterzak moest er aan geloven, als het niet liep zoals hij verwachtte. ” Ik vond hem een inspirerende trainer.”

Van Leeuwen was ook betrokken bij het Goudse Jeugdelftal. De beste jeugdspelers uit de Afdeling Gouda werden na selectiewedstrijden verkozen. “Daar wilde je natuurlijk graag bij zijn. Elk jaar werd er het Drie Bonden Toernooi gehouden met de jeugdselecties van Gouda, Leiden en Haarlem. Ik werd geselecteerd en was daar trots op. Op 18 mei 1968 speelden we een driekamp met Leiden en Haarlem. We verloren met 3-0 van Leiden en wonnen met 6-1 van Haarlem. Na afloop waren er allerlei plichtplegingen en toespraken van de voorzitters van alle afdelingen. In Hotel Neuf in Boskoop was ter afsluiting een diner geregeld voor alle spelers en trainers. Ik weet niet alle namen meer, slechts die van keeper Cees de Wit (Gouda), Ton Broekhuisen (GSV) , Sally Tuhuteru (Sportlust ’46) en Ton Helmond (DONK).

Debuut in ONA 1 en gelijk kampioen

In het seizoen 1969-1970 was Willem 18 jaar en stapte over naar de senioren. Hij gokte op een plek in de B-selectie en dacht ingedeeld te zullen worden bij ONA 3. Er kwam echter een brief per post van het bestuur met de mededeling dat Willem in de A-selectie was opgenomen. “Later begreep in dat eerste elftal speler Cor Palsgraaf daar een rol in had gespeeld. Hij kwam regelmatig bij de wedstrijden van ONA A1 kijken en was nogal gecharmeerd van mijn spel. Bovendien kende hij mijn vader via het gemeentelijke ambtenaren elftal (EOS) waar beiden in speelden. Ik heb veel aan deze mentor te danken. Cor Palsgraaf was onderwijzer. Een rustige, intelligente man en bovendien een echte aanvoerder, iedereen luisterde naar hem. Palsgraaf nam het in het veld voor me op als anderen mij begonnen uit te kafferen. Hij wees hen dan geduldig op de jeugdige onbezonnenheid van de nieuwkomer. “Je gelooft toch niet dat een speler die net uit de junioren komt, geen fouten maakt?”

Ik veroverde vlot een basisplek, mede omdat vaste kracht Joop Paap regelmatig geblesseerd was. Ik speelde wel op een andere positie. Niet meer laatste man, maar middenvelder. Ik mocht samenspelen met voetballers, waar ik als junior huizenhoog tegenop keek.”

Seizoen 1969-1970: ONA – PDK 3-0. Henk Blom kopt; op de achtergrond midden: Willem Dekker

ONA, dat enkele seizoen ervoor naar de derde klas gedegradeerd was, denderde dat seizoen onder leiding van trainer Piet Scholten (oud Gouda-speler) door naar het kampioenschap. Willem Dekker scoorde diverse malen. Het elftal bestond uit keeper Adrie Straver, achterin Henk Blom, Dick Lagerweij, Leen Hofstede en Henk van der Velden. Op het middenveld Cor Palsgraaf en Willem Dekker en voorin Ron Tanasale, Henk den Dijker, Siem de Jong en Piet de Gruijl. Slechts eenmaal werd er verloren, op 12 april 1970 met 1-0 van Lisse. Twee weken later werd de kampioenswedstrijd gespeeld in Woerden tegen VEP.

“Drie belangrijke spelers waren geschorst. Ik scoorde daar de mooiste goal uit mijn carriére. Ik glipte langs twee tegenstanders, wipte de bal met rechts over het uitgestoken been van een VEP-verdediger en schoot ‘em met links strak in de bovenhoek, 0-1. Dat beeld zal ik nooit vergeten. Het werd uiteindelijk 2-2, maar ONA was kampioen. Het veld stroomde vol met feestende ONA-supporters. We werden feestelijk onthaald in de kantine en kregen een diner aangeboden in Restaurant Ter Gouw. Daarna was er een groot feest met muziek van Trio Nico van den Hondel in zaal Kunstmin. Wethouder Luidens kwam ons feliciteren met de titel. Er volgde na zijn speech een reeks toespraken van ONA-voorzitter Karel Schoolmeester, KNVB afdeling Gouda vertegenwoordiger Slingerlang en Chris Karelse (Olympia) namens de belangengroep van Goudse voetbalverenigingen. Zo ging dat in die tijd.”

ONA kampioen seizoen 1969-1970

Naar de tweede klasse, seizoen 1970 – 1971

Voetbal in de tweede klasse bleek van een ander niveau. Het tempo lag vele malen hoger en de spelers waren betere voetballers. Tegenstanders waren ODB, Xerxes, Wilhelmus, Blauw Zwart, LFC, DHC, Laakkwartier, VUC, HBS, Spartaan ´20 en TOGB. Vrijwel alle ploegen hadden klasbakken in hun selectie, zoals Pim van de Vegt (HBS), Andries van Dijk (Xerxes), Martin Snoeck (Xerxes), Ad Verhoeven (Xerxes), Bobby Vosmaer (VUC), Aad de Mos (Wilhelmus), Sjef de Poorter (DHC) en Frans van Straaten (DHC).

“In uitwedstrijden hadden we geen schijn van kans. We wonnen slechts één keer (1-2 bij TOGB) en speelden eenmaal gelijk (2-2 bij Laakkwartier). Daar stonden negen kansloze nederlagen tegenover.”

ONA was thuis echter een geduchte tegenstander. “Met de steun van honderden, soms duizenden toeschouwers, harkten we de punten binnen. Zelfs topploegen hadden het zwaar. Alleen DHC en latere kampioen Xerxes waren te sterk en wonnen beiden met 1-2. Met 3 punten uit en liefst 16 punten thuis eindigden we gelijk met TOGB en HBS op de 11e plaats. Dat betekende nacompetitie met die ploegen om 1 degradatieplaats. Laakkwartier was reeds afgedaald. Alle beslissingswedstrijden werden op het oude, prachtige veld van Xerxes gespeeld, een stadion met een immense tribune van cornervlag tot cornervlag.

We begonnen de driekamp tegen het stugge TOGB. Een vervelende, harde ploeg. Daarom hadden we een pesthekel aan die gasten. Er was alleen een keepersprobleem. Adrie Straver was geblesseerd geraakt tegen HBS. Bij een 1-0 voorsprong redde hij ons van directe degradatie met een wereld reflex. Daarbij brak hij echter zijn duim, Ook Nico Straver, de keeper van ONA 2, was niet beschikbaar. Daarom werd de voormalige goalie Leo van den Heuvel, die inmiddels in een lager elftal voetbalde, tussen de palen gezet. Leo kreeg een snelle herhalingscursus en deed het prima. We wonnen met 3-2 door goals van Piet de Gruijl, Siem de Jong en Cor Palsgraaf en waren meteen veilig. Ons doelgemiddelde in de reguliere competitie was het best en zou de doorslag geven als de drie teams gelijk zouden eindigen.

ONA – TOGB op 16 mei 1971. Doelman Leo van den Heuvel pakt de bal voor de aanstormende Willem Dekker (links)

 

Het programma moest natuurlijk wel worden voltooid. HBS zou door een overwinning op ons eveneens opgelucht kunnen ademhalen. TOGB zou in dat geval degraderen en smeekte ons de sportieve plicht te vervullen. We wilden het potje eigenlijk weggeven, maar expres verliezen zat niet in onze genen. We wonnen wederom met 3-2 en hoorden het gejuich uit Berkel en Rodenrijs tot in de Korte Akkeren. TOGB versloeg een week later HBS met 2-0 en was ons eeuwig dankbaar.”

Alsnog degradatie na seizoen 1971-1972

De voortekenen waren slecht. Spits Henk den Dijker besloot een paar centen te pakken bij eersteklasser Gouda en zegde ONA vaarwel. Dat zorgde voor een rel in het Goudse voetbalwereldje. Zonder de topscorer bleek ONA kwetsbaar. Bovendien kreeg Willem Dekker een rol die hij toen zeker niet ambieerde, hij werd tot aanvoerder gebombardeerd. “Ik protesteerde hevig, ik was er absoluut niet aan toe. Nieuwe trainer Siemen Bakker drukte dat – op aandringen van het bestuur- toch door. Hij vond dat ik leiderschap uitstraalde. Feit was dat hij daarmee  Cor Palsgraaf zijn band afnam. Een blunder van formaat. Niemand luisterde naar mij, ik was de jongste van het stel en had totaal geen overwicht. Ik herinner me een wedstrijd tegen Naaldwijk die we moesten winnen om degradatie te voorkomen. Bakker wilde ineens met 3 verdedigers spelen. Alles op de aanval, het was puur zelfmoord. Vlak voor het begin van de wedstrijd riep Cor Palsgraaf iedereen bij zich. “We blijven met 4 verdedigers spelen”. Zo geschiedde en daar is na afloop geen woord meer over gezegd Ik denk dat de trainer het niet eens in de gaten had dat we dat intern hadden gerepareerd.”

ONA seizoen 1971-1972; Willem Dekker, staand 4e van links, met aanvoerdersband

Dat seizoen degradeerde ONA naar de derde klasse, nadat het 1 punt te kort was gekomen op Leonidas om een beslissingswedstrijd te mogen spelen. Bakker kon zijn biezen pakken en -wat vervelender was- cor Palsgraaf had het gehad met ONA. Hij stak over naar stadgenoot Olympia. “Heel ONA was daar bedroefd over. Cor was niet alleen een prima speler, maar ook een gewaardeerd columnist in het clubblad Rood Zwart. Zijn rubriek Copa werd altijd als eerste gelezen.”

Seizoen 1972-1973: “Dek” ruim 14 maanden buitenspel

ONA behield dat seizoen zijn plek in de derde klasse door een zege in de laatste wedstrijd, omdat het uiterst sympathieke ESDO de punten cadeau deed. Op dat moment verbeet Willem Dekker zich langs de lijn met een hardnekkige knieblessure.

“ONA raakte aanvankelijk geen pepernoot. “Moeten we ze er soms zelf inschieten?” zeiden die gasten halverwege. In de rust werden de kratten bier al naar hun kleedkamer gesleept om ze gunstig te stemmen. In de tweede helft scoorde ONA twee keer en vierde uitbundig een net-niet-degradatie feest. De selectie van EDSO ging als laatste weg met en flink stuk in de kraag. Feestgangers hoor, die Hagenaars”.

Jan Nijman was dat seizoen aangetreden als trainer. De oud prof (o.a. van ONA) trof een blessure gevoelige Willem dekker aan, die steeds meer problemen ondervond van zijn knie. “Ik ben in januari 1973 in het Academisch Ziekenhuis Utrecht geopereerd door de fameuze chirurg Strikwerda. Een fijne vent die de tijd nam voor zijn patienten. Hij gaf aan dat er veel meer aan de hand was met die rotte knie, maar dat de keuze aan mij was. Hij snapte dat ik niet zo maar wilde stoppen. Strikwerda stelde voor dat ik vooral de spieren in mijn bovenbenen zou trainen om de de kniegewrichten te ontlasten. “Ga boksen”, luidde zijn tip. Zo gezegd, zo gedaan. Ik meldde me bij de Goudse Boks Vereniging in de A.G. de Vrijestraat. Touwtje springen, rondhuppelen, krachttraining met gewichten en een beetje sparren. Dat ging een tijdje best lekker. Tot de bokstrainer een keer vroeg of ik bokshandschoenen wilde aantrekken. In de ring stond een echte bokser tegenover me. Enfin na wat schijnbewegingen en kleine tikkies over en weer, liet hij opeens z´n dekking zakken. Ik raakte hem wol in zijn gezicht en schrok me dood. “Sorry”, zei ik meteen en plaatste mijn beide handen broederlijk op zijn schouders. “Hoezo sorry, dit is een boks vereniging! Zo´n klap moet je kunnen incasseren.” zei hij. Je raadt het al, twee minuten later kreeg ik een enorme pofferd op m´n neus, Hij zei geen “sorry” en ik was meteen klaar met dat boksen.”

De rentree van “Dek” liet nog even op zich wachten, maar na enkele invalbeurten was op 25 november 1973 het moment daar. Tegen RFC stond hij opnieuw in de basis en scoorde het enige doelpunt. Vanaf dat moment was de angst dat zijn knie het meteen zou begeven, verdwenen.

In dezelfde maand had premier Den Uijl de autoloze zondagen uitgeroepen, omdat  Arabische landen de oliekraan hadden dichtgedraaid vanwege de Nederlandse steun aan Israel. ONA moest in Middelharnis aantreden tegen Flakkee en kreeg ontheffing. De spelersbus puilde uit, Onderweg zijn we vier keer aangehouden en trok de politie de ontheffingspapieren na. Het was een indrukwekkende busreis over totaal verlaten snelwegen. Op viaducten stonden mensen naar ons te zwaaien. We speelden met 2-2 gelijk. Dick Lagerweij scoorde na een “opwippertje” van mij uit een vrije trap. De bal verdween steenhard in de kruising. We hadden er tijdens de trainingen regelmatig op geoefend , maar nog niet eerder ging de bal er zo fraai is.”

ONA stond na 8 wedstrijden op 8 punten, maar na de 1-0 overwinning op RFC begon het te lopen. In de eindfase hadden we zelfs kans op promotie, maar Olympia sneed ons op de slotdag de pas af. Op eigen veld verloren we met 0-2. Een merkwaardig incident luidde die nederlaag in. ” Leo Koot had enkele pilletjes van Nijman gehad, omdat hij zich niet zo top voelde. Koot pakte later in de wedstrijd in een vlaag van verstandsverbijstering de bal opeens met beide handen vast. Dat deed hij bovendien in het strafschop gebied: penalty. Of -ie nou gedrogeerd was? Olympia drukte daarna door naar 0-2 (door een goal van voormalig ONA-aanvoerder Palsgraaf!) en ONA stond met lege handen. Door de andere uitslagen bleek Olympia onverwacht tweede geworden achter Scheveningen en daarmee gepromoveerd en ONA eindige als derde, 1 punt achter Olympia.

Verstopt in de bosjes

Het tweede veld van ONA was in die tijd erbarmelijk. Vaak was trainen onmogelijk, omdat er teveel water op stond. “Dan gingen we rennend achter de fietsende Jan Nijman aan. Meestal werd het een rondje Moordrecht. Ongeveer 10 kilometer via de Pleisterplaats. Als we dan op de terugweg langs de sluizen bij Gouda kwamen, ging het erom wie als eerste op de Walvisstraat arriveerde. Vaak werd dat een gevecht tussen Leo Koot, Ton Broekhuisen, Leo Hofstede en mij. Dat laatste stuk werd zelfs sprintend afgelegd. Dick Ernst sloot dan ook altijd aan. De latere prof verstopte zich op de heenweg nabij de Julianasluis in de bosjes en pikte ons een half uur later op. Ernst was een fantastische speler, maar een tikkie lui.”

Seizoenen 1973 – 1975

In het seizoen 1973-1974 kwam latere prof Jan van de Heuvel over van Stolwijk en het keepersprobleem was daarmee gelijk opgelost. Met daarnaast aanstormende talenten als Cock Starreveld, Dick Ernst en Eddy Baas kon ONA daarna wel de vurig gewenste sprong voorwaarts maken.

“Zulk materiaal hebben we in jaren niet gehad”, stelde linksbuiten Piet de Gruijl in de Goudsche Courant. Hij had, net als ik, tijdens het Gouda/700 toernooi met eigen ogen gezien dat het wel eens een succesvol 1974/1975 seizoen kon worden. ONA won dat toernooi in augustus 1974.

ONA speelde daarna een overtuigend seizoen, maar had moeite met scoren. De van GSV overgekomen spits Ton Koster bleek geen goalgetter. Tot zijn stomme verbazing posteerde trainer Nijman ausputzer Willem Dekker in de punt van de aanval., een noodgreep. “Een week eerder had ik tegen Quick een goede indruk achter gelaten, toen ik in de slotfase mee naar voren was getrokken om de achterstand weg te poetsen. Dat lukte overigens toen niet. Tegen VOC ging het daarna verbazingwekkend goed. We wonnen met 4-1 en ik bereidde een aantal goals voor. De weken daarna kreeg ik kans op kans, maar kon het net niet vinden. Zelfs voor open doel miste ik een aantal keren.

Ik raakte gefrustreerd . Nijman riep me na de training bij zich. “Dek, je werkt je de tyfus, maar je bent te nerveus als je voor de keeper komt. Blijf kijken en haal de trekker niet te snel over.” Die tip knoopte ik goed in mijn oren. Tegen LDWS zette Piet de Gruijl me alleen voor de keeper. Ik wilde meteen uithalen, maar in een flits dacht ik aan de woorden van Nijman, ik wachtte een tel tot de keeper zijn handen omhoog hield en schoof de bal rustig in het doel. Het ijs was gebroken en ik schoot er later nog één in. Daarna scoorde ik in de resterende wedstrijden nog negen keer, inclusief twee belangrijke doelpunten in de nacompetitie tegen Vredenburch . Niet gek voor een gelegenheidsspits.”

Dat seizoen eindigde ONA op de tweede plaats, 1 punt achter kampioen LWDS. ONA mocht met drie andere nummers 2 van de derde klasse strijden om twee plaatsen in de tweede klasse, dit omdat de hoofdklasse werd ingevoerd, waardoor er extra promotieplekken vrijkwamen.

Promotiewedstrijden

“We waren het heen en weer bootje. Voor de nacompetitie met Vredenburch, Overmaas en Schiedam beschikten we echter over het sterkst mogelijke elftal sinds tijden. Alle wedstrijden werden op neutraal terrein gespeeld. We begonnen tegen Vredenburch op het terrein van DSO in Zoetermeer. Na 10 minuten stonden we al met 2-0 achter., twee cadeautjes. Onze supporters vreesden dat we van het veld zouden worden geveegd, maar zover lieten we het niet komen. We toonden karakter door die achterstand nog voor de rust om te buigen. Ik scoorde voor rust twee keer, waardoor we weer in de wedstrijd kwamen. In de tweede helft zette Dick Ernst ons op 3-2 en dat was de genadeklap voor Vredenburch. ”

De tweede beslissingswedstrijd was tegen Overmaas op het veld van DCV. Ook daar liep het aanvankelijk niet best. ” In de openingsfase kregen we meteen een strafschop tegen. Toen de penaltynemer van Overmaas naar de stip liep, sprintte ik even het strafschopgebied  in en schreeuwde ik “Jan, je weet welke hoek hij schiet, dat hebben we doorgenomen”. Het was pure bluf. Aad de Greef van Overmaas moet dat zeker hebben gehoord, want hij schoot de bal in een andere hoek dan dat hij gewend was. Met een katachtige reflex pareerde Jan van den Heuvel de inzet. Twintig minuten later kreeg ONA een strafschop  en Piet de Gruijl had daar geen enkele moeite mee. Daarna werd het nog 2-0 door Dick Ernst. Met 4 punten uit 2 wedstrijden zaten we op rozen.

In de laatste beslissingswedstrijd tegen Schiedam had ONA aan een gelijkspel genoeg om te promoveren naar de tweede klasse. Dat lukte na een beroerd duel.  De eindstand was 0-0 . Schiedam werd tweede met 3 punten en promoveerde ook. Overmaas en Vredenburch bleven steken op 2 punten.

ONA ging op de schouders en landde pas maandagochtend dronken van bier en geluk weer terug op aarde. Spits Willem Dekker werd door verslaggever Chiel Kramer van de Goudsche Courant aan de tand gevoeld en in het artikel omschreven als “een beetje bezeten van voetbal”. Dat was zwak uitgedrukt. Dek was dolenthousiast over de belangrijkste bijzaak van ons leven. “Mijn zondag bestond uit het kijken naar de lagere elftallen in de ochtenduren, het spelen van mijn wedstrijd op zondagmiddag en uitvoerig napraten bij het pand van de Goudsche Courant op de Markt. Daar stond altijd een koppeltje voetbalfanaten om de uitslagen te vernemen. Met een scorebord in de etalage werden de binnendruppelende scores van commentaar voorzien door de praatgroep.”

ONA werd later ook uitgeroepen tot sportploeg van het jaar 1974. De bijbehorende wisselbeker werd uitgereikt door sportverslaggever Bert Hertog van de Goudsche Courant die de teamgeest en samenhang van het team in de nacompetitie roemde.

Burgemeester Chris van Hofwegen feliciteert de spelers van ONA vanwege de promotie naar de 2e klasse (Foto Martin Droog)

Seizoen 1975-1976

ONA zat nu in een flow en draaide het volgende seizoen in de tweede klasse weer op volle toeren. Het ging uiteindelijk tussen ONA en Olympia wie er naar de eerste klasse zou doorstoten. Olympia had echter voor amateurbegrippen buitengewone versterking gekregen in de persoon van Theo van Duivenbode (ex Ajax, ex Feijenoord; 2 interlands). Voorzitter Chris Karelse, directeur van de Amersfoortse verzekeringen, had van Duivenbode promotie bij de verzekeraar in het vooruitzicht gesteld. Een jaartje schaven aan Olympia was een subtiele wederdienst. Van Duivenbode bleek de grote organisator in het team van trainer Piet van Mullem. “Van Duivenbode maakte het verschil. Het krachtsverschil was overigens niet zo groot. Olympia – ONA werd 0-0 en ONA – Olympia eindigde in 0-1. En net die twee punten maakten het verschil op de ranglijst. Ik had graag een seizoen in de eerste klasse gevoetbald, maar het zat er net niet in.”

Dick Ernst prof bij Feijenoord

Na drie succesvolle jaren bij ONA werd het grote talent Dick Ernst in 1976 gecontracteerd door Feijenoord. Dek: ” Hij was snel, handig aan de bal en had een geweldige trap in het rechterbeen. Ernst bereidde veel goals voor en scoorde zelf ook regelmatig. Vrije trappen schoot hij dwars door of met veel precisie langs de muur. Zijn vertrek was voor ons een enorme aderlating, maar we waren er trots op dat Dick dit had bereikt. Na Tonny van Leeuwen en Dick van Dijk had ONA weer een talent afgeleverd bij het betaalde voetbal. Ernst speelde dat seizoen met internationals als Wim Jansen, Wim Rijsbergen, Theo de Jong en de kopsterke Peter Houtman.”

(Dick Ernst speelde van 1976 – 1978 voor Feijenoord 9 wedstrijden (0 goals) en van 1978 – 1981 voor Excelsior in de 1e- en eredivisie in 71 wedstrijden (10 goals  -red.).

Dick Ernst (rechts) op 17 april 1977 in actie in De Kuip tegen Sparta (1-1)

 

 

2 antwoorden op “Willem Dekker: ONA-man in hart en nieren: deel 1”

  1. Ja, Willem ken ik erg goed. Veel gelachen. Als ONA-man had ik een goede ingang. Met Piet de Gruyl en Willem Dekker zat ik vaak in Sporthal De Springers te kijken naar volleybalclub Radius MVC. De heren vertelden me dan wat ik in mijn verslag voor de Goudsche Courant moest zetten. Soms deed ik dat nog ook!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.