Rien van der Gaag was jarenlang een vaste redacteur van het Officieel Orgaan van de SV Gouda en tevens betrokken bij de tot stand koming van het ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan in 2006 verschenen jubileumboek “Met een open landauwer door de binnenstad”, geschreven samen met sportjournalist Bert Hertog. Rien heeft aan de hand van het jubileumboek voor de website van de SV Gouda een samenvatting gemaakt van de clubhistorie, die u hieronder ook kunt lezen. Oud redacteur Hans Sanders heeft de recente historie van na 2007 tot 2016 aangevuld.
De oudst bekende foto van Gouda, toen nog Excelsior geheten
Een zeer jeugdig eerste elftal. Staande vlnr: Kees Rietveld (eerste aanhanger/donateur; gebleven gedurende zijn hele leven), A. van der Pool (reserve speler), N. Pluim (rechtsachter), Willem Kerkhof( doel), Willem Tamse (linksachter; aanvoerder) en voorzitter Willem Sanders (hier hooguit 16 jaar). Knielend vlnr: A. de Jong (rechtshalf), D. Oudshoorn (midhalf), en Piet Oostrom (linkshalf). Zittend vlnr: Theo Groenendaal (rechtsbuiten), A. Verkaik (rechtsbinnen), Piet Verkaik (middenvoor), Cor Verstoep (linksbinnen) en Jo Lafeber (linksbuiten)
‘SV Gouda’, het begon op het schietterrein aan de Rotterdamsedijk
In het jaar 1906 deed slechts een zeer klein percentage van de Goudse inwoners aan sport. Er waren twee gymnastiekverenigingen, maar daarvoor was de belangstelling niet erg groot. Op zaterdag werd nog volop gewerkt en op zondag werd vermaak gezocht op de dobbelbaan en in het café. Bioscopen waren er nog niet. In ons sluimerende stadje was Olympia, opgericht in 1886, de enige footballclub. Verder werd gekeken naar de oefeningen van de schutterij op het voormalige schietterrein aan de Rotterdamsedijk waar ook Olympia voetbalde. Het voetbalspel van de Olympianen boeide een clubje jongens uit de Bogen, de Vorstmanstraat en de Veerstal onder wie Jan Flux, Piet Oostrom, Teun van Eijk en Cor Verstoep. Zij namen het initiatief tot partijtjes voetbal op de Veerstal.
Het was daar dat op 5 september 1906 de Goudsche Football Club ‘Excelsior’ werd opgericht. Zittend in het gat van het schiethokje, waaruit anders de kogels naar het doelwit werden afgevuurd, wendde Willem Sanders al zijn welsprekendheid aan om de jongens duidelijk te maken in welke banen de vereniging moest worden geleid. Sanders werd tot eerste voorzitter gekozen. Verder maakten van het eerste bestuur deel uit Cor Verstoep (secretaris), Piet Oostrom (penningmeester), Cees Rietveld en A. van der Pool (commissarissen). Tot aanvoerder van het eerste elftal werd benoemd Willem Tamse. Als clubtenue werd gekozen voor een roodwit gestreept shirt en een witte broek. Het eerste elftal bestond uit Willem Kerkhof doel, Willem Tamse en Klaas Pluim achter, Piet Oostrom, Janus Verkaik en A. de Jong midden, Teun van Eijk, Dirk Oudshoorn, Piet Verkaik, Jo Lafeber en Cor Verstoep voor. Aanvankelijk werd er slechts onderling gevoetbald. De eerste echte wedstrijd ging tegen Neerlandia, een clubje uit de buurt van het Van Bergen IJzendoornpark. Deze wedstrijd werd met 1-0 verloren.
Het team van ‘Excelsior’ dat in 1911 kampioen werd in de tweede klasse van de Goudsche Voetbal Bond. Staand v.l.n.r. H. Koppendraaier (donateur), W. Wildschut (donateur), Willem Tamse, J. Daems, A. van Leest, B. Prevo (donateur), B. Groeneveld (donateur) en C. Rietveld (commissielid). Knielend v.l.n.r. Janus Verkaik, Piet Oostrom en P. Idsenga. Zittend v.l.n.r. Teun van Eijk, Piet Verkaik, Jo Lafeber, Cor Verstoep en Willem Kerkhof.
In 1908 trad Excelsior toe tot de in 1905 opgerichte Goudsche Voetbal Bond. De club werd ingedeeld in de tweede klasse met als tegenstanders Haastrecht, Schoonhoven, Boskoop en Olympia 3. In het seizoen 1910-1911 werd het kampioenschap behaald en promoveerde Excelsior naar de eerste klasse van de GVB.
Tot 1914 bleef de club in de eerste klasse van de GVB voetballen. Toen volgde promotie naar de derde klasse van de Nederlandsche Voetbal Bond (de vierde klas was er toen nog niet) en werd de naam van de vereniging gewijzigd in ‘Gouda’ omdat in de grote bond al een Rotterdamse vereniging onder die naam speelde.
Met de promotie naar de KNVB werd ook het shirt gewijzigd. Gouda ging voortaan voetballen in het fameuze rode shirt dat we nu nog steeds kennen.
De promotie naar de grote bond
Om kampioen te worden en die promotie te bereiken moest de laatste wedstrijd van de competitie tegen Alphen in Alphen aan den Rijn worden gewonnen. Enkele ondernemende leden huurden de stoomboot Volharding af om zoveel mogelijk supporters naar Alphen te kunnen brengen. Op de wedstrijddag vertrokken spelers, bestuur en supporters in een afgeladen boot naar Alphen. De wedstrijd werd geleid door de competitieleider van de bond, de heer Hardeman, die voor de wedstrijd de spelers om zich verzamelde en een redevoering hield waarin hij een beroep deed op het sportief gevoel. De strijd werd fair doch met ongekende geestdrift en felheid gestreden. Na een kwartier kreeg Willem Kerkhof de bal te pakken. Een paar korte dribbelpasjes en een doffe knal volgden en Excelsior leidde met 0-1. Deze voorsprong werd niet meer afgestaan. Hoe Alphen ook sjouwde, onze jongens gaven geen krimp. Toen het eindsignaal klonk had Excelsior de overwinning bevochten en daarmee het kampioenschap van de Goudsche Voetbalbond behaald. In triomf werden de spelers van het veld gedragen. Dol van vreugde kwamen de kampioenen na de terugreis in Gouda aan, opgewacht door een drom van mensen. In optocht trok men door de stad en tot laat in de avond was het te merken dat er iets bijzonders was gebeurd. Het was een hoogtijdag in de geschiedenis van Excelsior.
De spelers die in het seizoen 1922/1923 kampioen werden van de derde klasse op het terrein aan de Bloemendaalseweg. Na een competitie met slechts zes tegenstanders, waarin maar liefst elf overwinningen en één gelijkspel werden behaald.
Uitwedstrijden met horten en stoten
Het reizen naar de uitwedstrijden verliep vroeger niet zonder horten en stoten. In 1914 werd, zoals hiervoor beschreven, een reis naar Alphen aan den Rijn comfortabel per boot gemaakt. Maar veelal gingen de voetballers naar omliggende dorpen op de fiets. Het kwam daarbij regelmatig voor dat de man aan het stuur een tweede voetballer op de bagagedrager nam, want niet iedereen beschikte in die tijd al over een tweewieler. In de barre winter van 1910 was een fietstocht naar een wedstrijd in Schoonhoven niet mogelijk. Een gure wind en slechte wegen zorgden er voor dat naar ander vervoer moest worden omgezien. Na krijgsberaad werd besloten een Jan Plezier te huren. Alle zakcentjes werden daarvoor bij elkaar gelegd.
In de beste stemming vertrokken de voetballers in de ochtend met de koets richting Haastrecht. Ondertussen begon het te sneeuwen en in Vlist moesten de paarden beslist worden beslagen en werd bij een kroegje halt gehouden. Via de Franse kade werd uiteindelijk het voetbalterrein aan de Hemweg in Schoonhoven bereikt, waar geen sterveling aanwezig was omdat de wedstrijd was afgelast. Een feit dat in Gouda niet was doorgekomen.
Door dichte duisternis en dik besneeuwde wegen reed het Excelsior elftal daarna weer dezelfde weg terug. Intussen was het gaan vriezen en stapvoets werd hetzelfde cafeetje van ‘s morgens bereikt. De koetsier werkte de nodige hartversterkingen naar binnen om gewapend te zijn tegen de felle kou. Ook de spelers hadden wel trek in een neut. Koud en verkleumd kwamen de voetballers ‘s avonds bij negenen weer in Gouda aan.
Van het ene veldje naar het andere….
De begintijd van onze vereniging is niet gemakkelijk geweest. Al gauw ontstonden er terreinperikelen, van het ene veldje verhuisde men naar het andere. De eerste ballen werden getrapt aan de Veerstal, maar al gauw verhuisde het clubje naar het schietterrein aan de Rotterdamsedijk, waar ook Olympia voetbalde. In 1908 kon een stukje terrein worden gehuurd aan de Knip, waar nu de Praxis is gevestigd aan de Goudkade. Het hobbelige grasland was 80 meter lang en 30 meter breed. De familie Boere, die vlakbij het veld woonde, stelde de keuken beschikbaar als kleedgelegenheid. Het terrein moest echter nog bespeelbaar worden gemaakt omdat het nogal moerassig was. Waar veel leden het typografenvak uitoefenden bij Koch en Knuttel mocht het koolas, afval van de stoommachines, worden weggehaald. Met dat koolas werd het moeras gedempt. Verder bracht aanvoerder Willem Tamse de doelpalen en verdere eigendommen naar het veld en zo kon er worden gevoetbald.
De toestand in de Knip werd op den duur onhoudbaar. In de winter kon er vrijwel niet worden gespeeld. Op zoek naar een nieuw terrein werden de boeren in de Willens benaderd. Maar dat leverde niets op, die boeren wisten niet eens wat voetballen was. Zij voelden er weinig voor hun land door een stelletje voetballers te laten vertrappen. Maar in 1913 lukte het toch een terrein te huren aan de IJssellaan, achter het voormalige hospitaal, later het belastingkantoor. Kleedgelegenheid was er niet en geld om er een te bouwen evenmin. De familie Van Vliet op de Karnemelksloot was echter bereid de koeienstal af te staan. Omdat bij de boerderij ook een café werd geëxploiteerd fungeerde dat als clubhuis. Menige gezellige avond werd in café Van Vliet gesleten.
Moeilijke tijden
Na de promotie naar de NVB in 1914 braken opnieuw moeilijke tijden aan. Het terrein aan de IJssellaan moest worden verlaten omdat dit werd bestemd voor woningbouw. Zelfs ontbinding van de vereniging werd overwogen. Maar er werd een nieuw terrein gevonden aan de Karnemelksloot. Een schuur werd als kleedhok ingericht. Op de zolder van de schuur werd een tank geplaatst zodat de voetballers zelfs over water beschikten. Doordat ook dít terrein weer wegens woningbouw moest worden verlaten, verhuisde Gouda in 1921 opnieuw, nu naar een veld aan de Bloemendaalseweg, dat in die tijd tot de gemeente Waddinxveen behoorde. Waddinxveen behield daarbij wel het recht het vee op het veld te laten grazen. Voor zij konden aftrappen moesten de voetballers dus het vee verdrijven en de uitwerpselen verwijderen.
Aan de Bloemendaalseweg promoveert Gouda in 1928 naar de tweede klasse, na in de promotiewedstrijden ONA met onder meer 7-0 te hebben verslagen. Staand v.l.n.r. Jan van der Laan, Dries Groenewoud, Simon Sterk, Cor Spee, Maarten Woerlee, Jan van Hooft en trainer Leavey. Knielend v.l.n.r. Piet de Vos, Dorus Walthie, Henk Spee, Adrie van Maaren en Kees van der Bijl.
In 1930 verhuisde Gouda vervolgens naar het gemeentelijk sportterrein aan de Graaf Florisweg. Dank zij weldoener Henk Zanen, op wie nimmer een vergeefs beroep werd gedaan, kon daar een overdekte tribune met vier kleedkamers worden gebouwd.
Een geweldige weelde voor die tijd. In 1938 betrok Gouda een nieuw sportterrein aan de Nieuwe Gouwe. Hier, aan ‘De Vaart’ zoals het complex in de volksmond heette, behaalde onze club zijn grootste successen.
In 1959 en 1960 werd Gouda landskampioen in het amateurvoetbal.
Tenslotte werd in 1982 het huidige complex in het Groenhovenpark in gebruik genomen.
Sportieve bloei vanaf de jaren dertig
Na de verhuizing van de Bloemendaalseweg naar de Graaf Florisweg in 1930 brak voor Gouda een periode van sportieve bloei aan. Het spelpeil kwam op een hoger niveau en in het seizoen 1931-1932 werd voor het eerst het kampioenschap in de tweede klasse behaald.
Met het oog op de in die jaren gebruikelijke promotiewedstrijden moest de toeschouwersruimte worden uitgebreid. Achter het doel aan de zijde van de Graaf Florisweg verrees een staantribune, die tweeduizend personen kon bevatten. Bovendien werd de ruimte aan de lange zijde uitgebreid waardoor op het veld ruim achtduizend toeschouwers de wedstrijd konden volgen.
De eerste van de promotiewedstrijden tegen het Delftse DHC ging met 0-2 verloren. Daarna volgde de wedstrijd tegen het aloude HFC in Haarlem. Ook die wedstrijd eindigde in een nederlaag: 3-0. Op 24 april 1932 werd thuis gespeeld tegen HFC en hoewel Neerlands beste doelverdediger uit die dagen, Gejus van der Meulen, bij die club onder de lat stond won Gouda met 1-0. Daarna volgde de uitwedstrijd bij DHC. Voor 6000 toeschouwers werd het 3-1 voor DHC, dat daarmee eerste klasser werd.
Na deze prestatie werd de topvorm niet meer bereikt. In 1936 degradeerde Gouda weer naar de derde klasse.
Het Gouda-kampioenselftal dat het in de wedstrijden om promotie naar de eerste klasse van 1932 uiteindelijk moest afleggen tegen HFC en DHC.Staand v.l.n.r. C. de Jong, S. Sterk, P. de Vos, H. Spee, F. Nuvelstein, J. Leeflang, D. Groenewoud en J. de Waal. Zittend v.l.n.r. D. Walthie, P. Schouten, A. van Maaren en J. van der Laan.
Gouda speelde weer in de tweede klasse toen in 1954 het betaalde voetbal zijn intrede deed. Maar de vereniging besloot na twee ledenvergaderingen dat onze club amateur zou blijven.
Door de invoering van het profvoetbal werd een nieuwe eerste klasse voor de amateurs geformeerd, bestaande uit drie landelijke afdelingen van twaalf clubs. Om toegelaten te worden tot de eerste klasse moest een club in de tweede klasse bij de eerste vier eindigen.
Gouda bereikte in 1955 inderdaad die vierde plaats. Weliswaar werd de slotwedstrijd tegen HBS uit Den Haag met 3-2 verloren, maar het Rotterdamse CVV bleek de reddende engel door met 3-1 van Gouda’s laatste concurrent Unitas uit Gorinchem te winnen.
De landskampioenschappen van 1959 en 1960
Het eerste seizoen in de nieuwe eerste klasse verliep stroef. Doordat de laatste wedstrijd tegen CVV met 4-1 werd gewonnen stelde Gouda zich pas laat veilig. Ook in de twee volgende seizoenen bleef het voor Gouda behelpen.
Dat veranderde in 1958. Gouda werd herfstkampioen en eindigde aan het eind van het seizoen gelijk met het Amsterdamse De Spartaan.
Hierdoor moest op het VUC-terrein in Den Haag een beslissingswedstrijd worden gespeeld. De wedstrijd eindigde voor twaalfduizend toeschouwers in 0-0, zodat beide partijen een week later opnieuw tegenover elkaar stonden. Na 1-1 door een doelpunt van Piet Frederiks scoorde Jan Kruitbosch uit een strafschop in de verlenging het beslissende doelpunt: 2-1.
Het enthousiasme onder de Gouda-aanhang is groot, in 1959, na de met 2-1 gewonnen beslissingswedstrijd om de afdelingstitel tegen De Spartaan op het VUC-terrein in Den Haag.
Gouda mocht daarop deelnemen aan de strijd van de drie afdelingskampioenen om het algeheel amateurkampioenschap van Nederland. De eerste wedstrijd tegen Sportclub Irene in Tegelen werd met 2-1 gewonnen door een eigen doelpunt van verdediger Rommerskirchen en Albert Ravenstein. Vervolgens werd voor zesduizend toeschouwers aan ‘De Vaart’ met 2-2 gelijkgespeeld tegen ESCA uit Arnhem. De doelpunten werden gescoord door Martin Hoogendoorn en Henk Walthie. Daarna viel de thuiswedstrijd tegen SC Irene zwaar tegen: 0-1 verlies.
Beter ging het in de laatste wedstrijd in Arnhem tegen ESCA, die na een 2-2 ruststand met 4-6 werd gewonnen. Voor Gouda scoorden voor de pauze Henk Walthie en Piet Frederiks en er na Martin Hoogendoorn en Frederiks. Nadat het 4-4 was geworden stelden Hoogendoorn en Frederiks uit een strafschop de zege veilig: 4-6. Gouda was landskampioen.
Gouda landskampioen in 1959. Staand v.l.n.r. Henny Spee, Rinus Luxen, Thijs Verkaik, grensrechter Herman van der Neut, Jan Kruitbosch, Arie van Schaik, Bep Vreeswijk, Arie de Vries, Dick Willemse. Knielend v.l.n.r. Fred de Gruijl, Henk Walthie, Jan Revet, Piet Frederiks, Martin Hoogendoorn, Albert Ravenstein. Niet op de foto: Cor Neven.
Een jaar later was het weer feest. Door een 2-1 overwinning op SVW uit Gorinchem in de laatste competitiewedstrijd van het seizoen werd Gouda opnieuw afdelingskampioen. Drie minuten voor tijd scoorde Dick Willemse het beslissende doelpunt. De andere treffer kwam op naam van Jan Revet.
Daarna volgde de strijd om het landskampioenschap met Wilhelmina’08 uit Weert en Quick Nijmegen. Gouda begon met een 1-0 nederlaag in Weert. Vervolgens werd voor zevenduizend toeschouwers aan ‘De Vaart’ met 5-2 van Quick gewonnen. De doelpunten werden gescoord door Martin Hoogendoorn, Thijs Verkaik (2), Dick Willemse en Jan Kruitbosch. Na ook van Wilhelmina’08 te hebben gewonnen wachtte op Tweede Pinksterdag op Nieuw Monnikenhuize in Arnhem, de thuisbasis van Vitesse, de laatste klus tegen Quick. Negenduizend toeschouwers trotseerden de temperatuur van 28 graden. Nadat Quick de leiding had genomen liet Dick Willemse de gelijkmaker aantekenen. Vervolgens scoorde Arie van Schaik uit een voorzet van Gerrit Oudshoorn de winnende treffer. ‘s Avonds volgde opnieuw een rijtoer door de stad in open landauers, gevolgd door een instuif in Kunstmin.
Een open landauer met de kampioenen wringt zich door het talloze publiek in de Hoogstraat. Herkenbaar naast de koetsier Jan Kruitbosch (achter de bloemen) en Bep Vreeeswijk. Daarachter Albert Ravenstein en Arie van Schaik. Daar weer achter Jan Revet, Martin Hoogendoorn, trainer Jacques Heijster, Fred de Gruijl en Cor Neven.
Jan van Tilburg Gouda’s bekendste bestuurder
In de afgelopen jaren hebben vele bestuurders leiding aan onze vereniging gegeven. Sommigen waren slechts een paar jaar in functie, anderen wat langer, maar de man die het langst de voorzittershamer hanteerde was Jan van Tilburg. Hij voerde Gouda aan van 1934 tot 1964 en maakte in 1916 al deel uit van het bestuur. Onder zijn leiding groeide Gouda uit tot een gerespecteerde vereniging.
Het eerste bestuur na de oprichting in 1906 stond onder voorzitterschap van Willem Sanders. In de verenigingsnotulen uit die jaren worden steeds weer andere namen genoemd van mensen, die de vergadering moesten leiden. Dan weer zat ene W. Sanders de vereniging voor, dan weer P. Sanders, Ook wordt de naam Evert Sanders genoemd.
Nadat Gouda in 1914 naar de KNVB promoveerde ontstonden er problemen tussen bestuur en leden. In een vergadering op zondag 5 november 1916 in café De Harmonie werd een motie tegen het bestuur aangenomen met twaalf stemmen voor, twee tegen en zes blanco. Op 19 november werd een nieuwe vergadering gehouden waarin zelfs ontbinding van de vereniging werd overwogen.
Aan de bestuursperikelen kwam een eind toen de heer L. Verstoep zich het lot van Gouda zo aantrok, dat hij de voorzittershamer ter hand nam. Verstoep was een man van ontzag en leiderschap. Hij diende de vereniging de vereniging tot zijn dood in 1934. Opvolger werd de eerder genoemde Jan van Tilburg.
Het bestuur bij het 50-jarig bestaan in 1956. Staand v.l.n.r. Jo de Jong, Reinier Walthie, Piet Honkoop en Hans Stouthart. Zittend v.l.n.r. Cor Verstoep, Rien Slingerland, Jan van Tilburg, Jo van ’t Hoff en Izaäk Lenos.
Vele jaren kende Gouda vervolgens een vormvast en taakbewust bestuur. Er deden zich weinig veranderingen voor. Nadat Van Tilburg in 1964 was teruggetreden veranderde dat. Opvolger Piet van Dam vertrok naar Emmen en secretaris Stouthart naar de Landelijke Bond van Amateurverenigingen. In 1966 trad een nieuw bestuur aan onder leiding van Cor Verkaik. Secretaris was Hannes Sanders, zoon van de vroegere voorzitter.
Medezeggenschap
Naast de al vele jaren bestaande atletiekafdeling was bij Gouda ook een honkbalafdeling en een zaterdagafdeling ontstaan. Afdelingen die in de geest van de tijd – de jaren zeventig van de vorige eeuw – medezeggenschap eisten, vooral op financieel gebied. Dat leidde tot strubbelingen die tot gevolg hadden, dat Gouda in 1976 een nieuw bestuur presenteerde onder leiding van oud-wethouder John Kruijsheer (over deze strubbelingen verderop meer).
Kruijsheer werd in 1979 opgevolgd door Jan Kuyterink, de vroegere doelman van Feyenoord, Scheveningen-Holland Sport en CVV. Deze fungeerde slechts kort, waarna Gouda tot medio 1981 geen voorzitter had.
Daarna trad bij de aanvang van het seizoen 1981-1982 oud-aanvoerder Bob Westra aan als voorzitter. Hij bleef voorzitter tot het najaar van 1984. Zijn opvolger was oud-eerste elftalspeler Jan Kruitbosch. Die is tot november 1993 aangebleven.
In de najaarsvergadering van 1993 trad Sybe van der Vlies aan als voorzitter. Van der Vlies was met zijn bedrijf Ouwe Gouwe al een gewaardeerd sponsor van onze vereniging. Hij maakte een periode van drie jaar vol en werd in oktober 1996 opgevolgd door de teruggekeerde Jan Kuyterink. Díe op zijn beurt trad af in april 2006. De bestuurlijke taken werden vanaf dat moment uitgevoerd door een bestuur onder leiding van oud-wethouder Wim Hommels. Hij werd opgevolgd door Jan Heuvelman.
Engelse trainers helpen Gouda vooruit
Engeland is de bakermat van het voetbalspel. Het is dan ook niet vreemd dat de eerste trainers in Nederland van Britse komaf waren. Het gebeurde dat meerdere clubs van één trainer gebruik maakten, want alleen de rijkere verenigingen konden zich een trainer in vaste dienst veroorloven. Vooraleer ook Gouda zich aan een trainer overgaf, werden de trainingen geleid door oudere spelers.
Omdat meer en meer duidelijk werd dat de spelers in de gelegenheid moesten worden gesteld het spel beter te gaan spelen, werd in 1923 een Engelse trainer voor een dag per week geëngageerd. Het was de heer J.W. Julian, aan wie de training van het eerste en tweede elftal werd opgedragen. De successen waren echter nog niet evenredig aan het uitbetaalde salaris en in 1926 werd besloten de heer H.J.K. Leavey te engageren, aanvankelijk in onderhuur van HRC uit Den Helder, twee dagen per week. Na een jaar kwam Leavey, eerst met twee dagen onderhuur aan andere verenigingen, later de volle week, in onze dienst.
Onder leiding van deze eminente oefenmeester kwam het spelpeil op een hoger niveau en wij gingen zelfs een leidende rol spelen. In 1932 werd Gouda kampioen in de tweede klasse door de laatste wedstrijd tegen het Rotterdamse VOC met 3-0 te winnen.
Na de Tweede Wereldoorlog, waarin de competitie deels stil lag, werd het normale voetballeven weer hervat. Gouda degradeerde in 1950, maar keerde een jaar later terug in de tweede klasse door met 3-0 te winnen van GDA uit Loosduinen. Trainer was David Westhoven, oud-speler van ADO, dat in de oorlogsjaren tweemaal landskampioen was geworden. In de jaren daarop werd Gouda getraind door de vroegere midvoor Cees Ottevanger.
Na een degradatie in 1950 keerde Gouda een jaar later alweer terug in de tweede klasse na een 3-0 overwinning tegen GDA. Staand v.l.n.r. trainer David Westhoven, grensrechter Nieuwenhuizen, Piet Scholten, Cees Signer, Jo van ’t Hoff, Nico Koster, Andries Schoonderwoerd, Piet Boef, Jo de Jong, Arie Grootendorst, Beb Gerritsen en voorzitter Jan van Tilburg. Knielend v.l.n.r. Jan Vermeer, Henk Walthie, Piet Honkoop, Dries Hommels, Cees Jansen en Piet Huizer.
Gloriejaren
In 1958 werd Jacques Heijster aangesteld als trainer van Gouda. Hij zou de gouden jaren 1959 en 1960 meemaken, waarin Gouda landskampioen werd. Na de tweede landstitel waren de gloriejaren voorbij. Jan Kruitbosch vertrok naar Scheveningen-Holland Sport en Albert Ravenstein naar Xerxes. Trainer Heijster vertrok eveneens en werd opgevolgd door de Hongaar Zalai. Die bleef slechts een jaar, in 1963 degradeerde Gouda onder hem naar de tweede klas.
Zijn opvolger werd Jan Postema. Onder zijn leiding werd Gouda in 1965 kampioen en keerde terug naar de eerste klasse. Hij werd in 1966 opgevolgd door Gijs Doolaard. Doolaard bracht nieuw leven in de brouwerij, maar in zijn eerste jaar kon de ploeg zich ternauwernood handhaven.
Doolaard werd in 1970 opgevolgd door Jan Kuyterink. Een jaar later vertrok Kuyterink alweer naar RKC Waalwijk (om hem later weer zowel als trainer als als voorzitter terug te zien) en in zijn plaats kwam de Utrechter Cor Sluijk.
Met Sluijk kwamen ook de oud-betaald voetballers Gerrie Clement (Telstar) en Bobby Westra (ex-Ajax en Heracles) naar Gouda, evenals Henk den Dijker, de productieve midvoor van ONA. Met deze spelers erbij beschikte Gouda over een knap elftal, dat in 1974 promoveerde naar de nieuw gevormde hoofdklasse in het zondagamateurvoetbal.
Het verblijf in de hoofdklasse duurde slechts een jaar. Een beslissingswedstrijd om degradatie tegen De Spartaan op het terrein van UVS in Leiden werd met 1-0 verloren. De na Cor Sluijk als trainer teruggekeerde Jan Kuyterink stopte en als nieuwe oefenmeester werd Harry Loerts aangesteld. Die op zijn beurt werd in 1977 opgevolgd door Wim van der Gijp. In 1980 nam Theo Cremers het weer van hem over.
Tot 1981 zou Gouda in de eerste klasse blijven voetballen. Onder Van der Gijp werd in 1980 met een vijfde plaats de hoogste klassering van de laatste 25 jaren bereikt, maar het jaar erop volgde degradatie naar de tweede klasse.
Groenhovenpark
In de zomer van 1982 verhuisde Gouda naar het Groenhovenpark. Twee jaar later werd nog met UVS gestreden om het kampioenschap van de tweede klasse, maar in 1985 volgde degradatie naar de derde klasse. Daarna zouden de roodwitten nog tweemaal, onder de trainers Leen Bezem en Piet van Mullem, de tweede klasse bereiken. De meeste tijd werd echter gespeeld in de derde en vierde klasse. Het dieptepunt werd in 2007 bereikt. Gouda daalde toen roemloos af naar de vijfde klasse.
Nadien werd de vijfde klasse opgeheven en acteerde Gouda ZO met zeer wisselend succes in de vierde klasse. In het seizoen 2011 – 2012 slaagde een geheel vernieuwd Gouda ZO er in om onder trainer Felix Aerts de titel in de vierde klasse B binnen te slepen en zo te promoveren naar de derde klasse, waarin het vanaf het seizoen 2012 – 2013 uitkomt in 3B. Topscorer werd Aziz el Bouazatti, broer van oud topscorer en trainer Romeo, met een 30-tal goals, maar ook andere spelers waren schotvaardig. Deze sterke aanval bezorgde Gouda ZO. de titel, behaald uit bij Nicolaas Boys (zie foto boven)
Bij de rentree in de derde klas werd in 3B goed gepresteerd. Uiteindelijk eindigde Gouda op de derde plaats met maar liefst 52 punten uit 26 wedstrijden, 2 punten achter Concordia en SC Woerden. Door een trainingskamp in Portugal in de winterstop en een ingelast programma waarbij uitstel niet mogelijk bleek, verloor Gouda uit met 3-1 bij Bodegraven met een fantasie elftal. Duur puntverlies dus, zoals aan het einde bleek. Gouda scoorde wel de meeste goals (75) en Aziz el Bouazatti was weer topscorer met maar liefst 31 goals! Door een ongelukkige uitkomst van de drie periodetitels (Gouda had er geen) werd ondanks de hoge positie toch de nacompetitie niet gehaald.
In het seizoen 2013 – 2014 promoveerde Gouda ZO alsnog naar de tweede klasse, dankzij het winnen van de eerste periodetitel. VFC werd kampioen en Gouda ZO eindigde als vierde. In een tweekamp tegen MMO uit Hoogmade was de spanning te snijden. Uit werd het 2-2 en thuis 1-1, dankzij een goal van topscorer Aziz el Bouazatti. De stand bleef gelijk na verlenging en zo moesten penalty’s de beslissing brengen. Gouda ZO miste de eerste twee, maar daarna stond keeper Erik van der Laan weer eens op als penaltykiller en stopte de laatste drie. Door zelf de laatste koel te benutten won Gouda de strafschoppenserie met 3-2 en dwong zo promotie naar de 2e klasse af. Gouda ZO is zo op 25 mei 2014 gepromoveerd naar de 2e klasse.
Overstap naar uitsluitend prestatievoetbal op zaterdag
In het seizoen 2014 – 2015 wist Gouda zich enerzijds net in de tweede klasse te handhaven, maar anderzijds had het nog wel de eerste periode gewonnen. In de nacompetitie verloor het in de eerste ronde echter van Foreholte. Tijdens dat seizoen was in de ALV al aan de orde geweest het voorstel van het bestuur te stoppen met prestatievoetbal op zondag, omdat het in stand houden van twee selecties te kostbaar is en de voetballers in het Westen voor het grootste deel kiezen voor zaterdag als speeldag. Dit voorstel is niet zonder slag of stoot omarmd en zorgde voor veel reuring.
Uiteindelijk was er in de ALV van oktober 2015 een meerderheid van de leden voor dit voorstel en na de nodige strubbelingen in en buiten het veld met het eerste zondagteam is tijdens de competitie 2015 – 2016 besloten er begin 2016 mee te stoppen en zo geschiedde na tweemaal niet opkomen. Sneu voor trainer Brasco Tuvaljevic, maar ook hij zag er uiteindelijk geen brood meer in. Nadat het tweede al eerder teruggetrokken was, maakte Gouda ZO 3 namens de zondagafdeling het seizoen af. In principe bleef en blijft recreatievoetbal op zondag mogelijk. Sinds het seizoen 2016-2017 speelt er echter geen team meer op zondag.
Voetbal, atletiek en honkbal gaan zelfstandig verder
In de beginjaren zeventig van de vorige eeuw werd er binnen de Voetbal- en Atletiekvereniging Gouda veel gesproken over een nieuwe bestuursvorm. De komst van nieuwe afdelingen (honkbal en softbal alsmede zaterdagvoetbal) had tot gevolg, dat het bestuur een herstructureringscommissie benoemde die voor meer – financiële – zelfstandigheid van de afdelingen moest zorgen.
Deze commissie bestond uit Hans Stouthart, Wim Schüling, Bert Hertog en het oud-bestuurslid Han Sanders. Zij presenteerden op 16 augustus 1972 een rapport, dat voorstellen deed voor nieuwe statuten en een nieuw huishoudelijk reglement en dat een aantal algemene aanbevelingen bevatte. Omdat tegenstrijdige belangen vooralsnog een andere organisatiestructuur in de weg stonden verdween het rapport echter in de kast.
Maar op den duur bleken veel mensen daar toch moeite mee te hebben. De problemen die ten grondslag lagen aan de instelling van de herstructureringscommissie bleven immers bestaan. Vanuit de zaterdagafdeling met name werd getracht de structuur van de club te veranderen, zodat de diverse takken van de club zelfstandiger konden opereren en over een eigen budget konden beschikken. Het bestuur pakte daarom in 1975 het rapport weer op. De eerdere commissie werd aangevuld met oud-voorzitter Piet van Dam en Joop Snaterse.
De uiteindelijk gepresenteerde voorstellen gingen uit van een vijfkoppig hoofdbestuur, dat met elkaar alle afdelingen vertegenwoordigde (John Kruijsheer, voorzitter, Cor Verkaik vice-voorzitter, Jo Bruijniks secretaris, Ben de Bruijn, penningmeester en Arnold Danens, algemeen). Daarnaast werden een financiële commissie en een coördinatiecommissie ingesteld, waarin eveneens alle afdelingen zitting hadden. De voorstellen werden op 12 januari 1976 in een Buitengewone Algemene Ledenvergadering in grote meerderheid aangenomen.
Maar ook in de nieuwe structuur bleef het rommelen. De inmiddels tot Sport- en Recreatievereniging omgedoopte V & AV Gouda schreef daarom op 29 november 1976 een nieuwe algemene ledenvergadering uit. In die vergadering nam Leo van der Bijl namens twaalf verontruste leden stelling tegen de wat hij noemde ‘prestatiedrift van het bestuur’, waardoor er verhoudingsgewijs (te) veel geld naar de zondagselectie ging. Dit leidde tot het aftreden van vice-voorzitter Cor Verkaik en bestuurslid Danens.
In feite betekende dit het einde van de multisportvereniging Gouda, want toen de periode van Kruijsheer als algemeen voorzitter voorbij was, werd geen opvolger meer benoemd. Dat had mede te maken met het feit, dat de atletiekafdeling verhuisde naar het Groenhovenpark en als zelfstandige club verder ging. Een paar jaar later volgde de honkbalafdeling de atleten in zelfstandigheid als The Braves, die uiteindelijk hun domicilie vonden op het sportpark Uiterwaard. Gouda was toen alleen nog een voetbalvereniging, maar om het beoefenen van andere takken van sport in de toekomst mogelijk te maken werd de naam gewijzigd in ‘Sportvereniging Gouda‘.
Ontwikkeling van het jeugdvoetbal
Met een drumband trokken ze door de wijk Bloemendaal, Jan en Alie van Vugt. Overal deelden ze folders uit om nieuwe jeugdleden binnen de poorten te krijgen. De verhuizing van Gouda naar het Groenhovenpark was hard nodig om de jeugdafdeling op te krikken. In 1982, het jaar waarin rood en wit de Nieuwe Vaart achter zich liet, waren er nog maar tien teams, zo scherp was het aantal jonge leden die laatste jaren gedaald. Niet zo vreemd natuurlijk. Het oude complex lag ver buiten de bewoonde wereld. Best gevaarlijk voor jonge fietsers en ‘s avonds was die hoek ook nog eens uitgestorven.
Jan en Alie zorgden er voor dat Gouda weer een stuk populairder werd bij het jonge voetbalvolk. Hun ‘missiewerk’ is later overgenomen door een ander duo: Wim en Thea van den Berg. Wim was 25 jaar voorzitter van de jeugdcommissie. Als Thea een potentieel lid in Bloemendaal op het spoor kwam, ging ze meteen enthousiast op huisbezoek. Die persoonlijke benadering loonde, want rond 1990 liepen in het Groenhovenpark al weer zo’n dertig teams rond.
Jeugdleden werven was in 1924 niet nodig, ze kwamen zelf. In dat jaar speelde Gouda ook in Bloemendaal maar wel helemaal aan de andere kant. Jongeren uit de Ridder van Catsweg en omgeving wilden ook graag georganiseerd tegen een bal trappen en richtten hun eigen vereniging op. ‘Jong Gouda’ vonden ze een aardige naam maar ze kozen voor RVC, als afkorting van de naam van hun straat. Wel een club, nog geen veld. De RVC’ers organiseerden een wedstrijd tegen een andere buurtclub, de Derde Kade met befaamde spelers als Isaac IJsselstijn, Piet Wassenaar en Jan van Vliet. Ze kozen een tikkie brutaal het Gouda-veld uit, maar na tien minuten spelen werden ze daar weggejaagd. Dan maar naar het Olympia-terrein, waar hetzelfde gebeurde. Uiteindelijk konden de buurtvoetballers ongestoord hun gang gaan op het land van Stein in de Willens.
Het bleef echter een probleem voor de RVC’ers om een terrein te vinden. Een bestuurslid van Gouda voelde dat goed aan en nodigde ze uit om bij zijn vereniging te komen spelen. Dat was wat voor die jongelui, spelen op een echt voetbalveld met een echte bal. Zo kreeg Gouda zijn eerste juniorenelftal.
Toen Gouda in 1930 zijn complex aan de Graaf Florisweg in gebruik nam, telde de club zo’n dertig jeugdleden. Halverwege de dertiger jaren waren het er tweemaal zo veel.
De jeugdteams van Gouda deden het binnen de eigen regio best wel goed. Maar daarbuiten lag het wel anders. Dat bleek als ze deelnamen aan toernooien van verenigingen als RFC, Laakkwartier, Tonegido en Velox. In 1955 bijvoorbeeld, werd het Gouda-A-elftal op het Laakkwartier-toernooi achter Chèvremont, ADO, NRC, Fortuna Vlaardingen en Baarn slechts zesde. Terwijl in dat team toch jongens uitkwamen als Cor Neven, Arie van Schaik en Jan Revet, met wie Gouda een paar jaar later grote successen zou behalen.
Toch was Gouda volgens Ton Berendsen, de toenmalige voorzitter van de jeugdcommissie, best een beetje trots op de uitnodigingen die de club elk jaar bereikten. Die toernooien in de rayons Rotterdam en Den Haag vormden de hoogtepunten van het seizoen.
Gouda A1, dat in 1955 deelnam aan het Laakkwartier-toernooi in Den Haag. Staand v.l.n.r. Trainer David Westhoven, Leen Binnendijk, Wout Willemse, Cor Neven, Hennie ten Brink, Frans Lafeber Arie van Schaik, en leider Cor de Jong. Knielend v.l.n.r. Leider Barend ten Brink, Jan Revet, Henny Spee, Kees Boer, Rinus Linschoten en Peter de Vrind.
De leeftijdsgrenzen lagen zo’n vijftig jaar geleden wel wat anders dan tegenwoordig. Je kon pas lid worden op je tiende en competitie spelen vanaf je twaalfde. En voetballertjes die het in de zomerperiode wat al te stil vonden, kregen op zondagmorgen alle gelegenheid om aan atletiek te doen. Voor iedere jongen, wat hij ook op voetbalgebied presteert, stonden volgens Berendsen onze terreinen open. “Hij kan zich lichamelijk ontwikkelen, is in een gezonde omgeving, leert zich te schikken naar het geheel. Leert nederlagen, teleurstellingen te incasseren en – niet in de laatste plaats – is in zijn vrije tijd van de straat af.”
De afgelopen jaren was de animo bij de jeugd om te gaan voetballen wat teruggelopen. Gouda moest het enkele jaren zelfs zonder A-team stellen. Maar vanaf het seizoen 2005/2006 draait gelukkig weer zo’n afvaardiging mee in de competitie.
Veel enthousiasme en grote deelname bij het jaarlijkse pupillentoernooi
Opkomst en ontwikkeling van het zaterdagvoetbal
Anno nu, het moment dat we dit schrijven, november 2007, kun je het je nauwelijks nog voorstellen dat de zaterdagafdeling van Gouda nog maar betrekkelijk kort geleden werd gevormd door een leuk recreatief acterend groepje heren. Tevreden ballend op het laagste niveau dat de zaterdagcompetitie kende. Ergens in de marge van een vereniging die op zondag behoorlijk aan de weg timmerde.
Hoe anders is het nu, met een zaterdagteam dat uitkomt in de tweede klasse van de KNVB en waarbij de Zondag intussen is afgedaald naar de KNVB-kelder: de vijfde klasse. Een kentering die zich overigens bij meer verenigingen heeft voorgedaan. De Zaterdag is immers niet meer het exclusieve domein van het voetbal op christelijke grondslag.
Initiatiefnemer van het zaterdagvoetbal bij Gouda is Leo van der Bijl. Hij plaatste een oproep in het clubblad van mei 1970 en al snel volgden reacties. De honkballers hadden wel trek om met een elftal deel te nemen en Dick van Schaik kwam op de proppen met een elftal van Unilever-collega’s. Het verzamelen van een ‘gewoon’ elftal kostte wat meer moeite, maar een man of veertien was wel voor een zaterdagavontuur te porren.
Aldus kon met drie elftallen van start gegaan worden. Het eerste team mocht beginnen in de reserve derde klas van de Goudse Voetbalbond en de Unilever Boys en de honkballers begonnen in de laagste klasse, de vierde.
Selfsupporting
Een zaterdagcommissie werd samengesteld, met vanzelfsprekend Leo van der Bijl als voorzitter. Verder zaten in de commissie Dick van Schaik (secretaris) en Hans Sanders (penningmeester). Deze commissie had nauwelijks bevoegdheden en zeker geen budget. De penningmeester beheerde alleen een bundel consumptiebonnen, twee per speler, die naar eigen inzicht uitgegeven mocht worden. Er zou géén elftalcommissie komen, de elftallen werden selfsupporting.
Na het eerste jaar werd overigens besloten dat voortaan een trainer de selectie vaststelde en de opstelling bepaalde van de twee hoogste elftallen. De organisatie van de andere elftallen berustte bij de aanvoerder en een contactpersoon voor de zaterdagcommissie.
De Zaterdag had dus geen eigen geld en ook nog geen sportieve status. Niet echt een uitdaging voor een zich respecterende trainer. Het eerste jaar trainde men daarom gewoon mee met de lagere zondagelftallen. Het tweede jaar werd een trainer uit eigen gelederen gezocht en dat werd oud-prof Piet van Mullem, die in het eerste van de Zondag speelde. Overigens is de traditie trainers vanuit de eigen club aan te trekken jaren volgehouden, vooral vanwege de beperkte financiële mogelijkheden. Aan het roer stonden in de loop der jaren uit de Gouda-school onder andere Piet van Mullem, Bobby Westra, Leen Bezem, Jan Hageman, Henk Klip, Piet Bakker en Fred de Gruijl.
De eerste drie competitiejaren
Op 12 september 1970 werd de eerste competitiewedstrijd gespeeld, uit tegen Jodan Boys 9 (zie foto hieronder). Met precies elf man werd deze wedstrijd in de reserve derde klasse D met 5-0 gewonnen.
Gouda werd ongeslagen kampioen en haalde al vroeg de titel binnen door bij Rijnstreek 3 met 7-1 te winnen. Er moesten daarna nog promotiewedstrijden gespeeld worden. Na een 2-2 bij Sportlust’46 en een 5-1 thuiszege op CVC Reeuwijk 3, zag de laatste tegenstander af van verder spelen en kon het feest beginnen.
Het allereerste zaterdag-elftal van Gouda., zoals dat op 12 september 1970 tegen Jodan Boys 9 speelde. Staande v.l.n.r. André van Harten, Jack Buitelaar, Henk van Harten, Henk van der Hee, Hans Sanders, Jos Duijnstee, grensrechter Hennie van Driel.
Zittend vlnr: keeper Harrie Roodbol, Wim Hommels, Leo van der Bijl , Henk Hogendoorn en Piet Geukes. Grensrechter was Hennie van Driel. Bij de eerste wedstrijd ontbraken Cees Hommels, Paulus Stamps en Joop Hogendoorn.
In het tweede jaar werd de boel wat serieuzer aangepakt, een trainer aangetrokken en steeg het aantal elftallen al naar zes. Er werd nog een poging gedaan de plaats in de eerste klasse van het opgeheven RCV (Racing Club Verheul, een bedrijfsclub uit Waddinxveen) over te nemen, maar ondanks dat 11 van de 14 selectiespelers van RCV overstapten naar Gouda, werd dit verzoek door de GVB niet gehonoreerd. Wel mocht het tweede als kleine genoegdoening ook in de tweede klas gaan spelen. Het eerste werd met vlag en wimpel kampioen en promoveerde naar de eerste klas. Het tweede elftal eindigde als tweede achter Rijnstreek 1 en promoveerde naar de reserve eerste klas.Piet van Mullem gaf na dat jaar het stokje al over aan Jan Hageman.
Het elftal werd versterkt met spelers als Fred de Gruijl, Cees Vermeulen en Kees de Jager van de Zondag. Al eerder waren oud-zondagspelers als Gerrit Hornes, Piet Kruijsheer en Hennie Kammeraat toegetreden. Het team deed lang mee om de titel. Die ging uiteindelijk nipt naar CVC Reeuwijk. Deze kans om direct door te stoten naar de vierde klas van de KNVB werd dus niet gegrepen en het heeft daarna heel lang geduurd eer het zover zou komen.De periode 1976 – 1996Prestatief waren de twintig jaar tot de herindeling van de KNVB in 1996 niet bijzonder. Het aantal elftallen bleef echter altijd op peil tussen zes en acht. Bestuurlijk drukten mensen als Harry Roodbol, Henk van der Woord, Jan van Andel, Wim Schüling, Adrie en Floor Alting en vooral Henk van Bruggen (voorzitter, secretaris, wedstrijdsecretaris) hun stempel op de zaterdagafdeling.In 1977 degradeerde het eerste zaterdagteam uit de eerste klas van de afdeling. Pas in 1985 volgde weer promotie, maar een jaar later werd alweer gedegradeerd. In 1989 werd onder trainer Piet Bakker het kampioenschap van de tweede klas behaald en Gouda plaatste zich daarmee tevens voor de nieuw ingevoerde hoofdklasse. Toen in 1996 de KNVB-afdelingen, zoals Gouda, werden opgeheven en de KNVB-districten opnieuw werden ingedeeld wist nieuwe trainer Ton Blonk zich met Gouda nipt voor de vierde klas te plaatsen. Een historisch moment, eindelijk na 25 jaar de vierde klas bereikt.
Vier promoties in vijf jaar
Met de vierde klas werd ook voor de zaterdagmensen het prestatieve aspect wat belangrijker. Onder leiding van Ton Blonk werd enige malen de nacompetitie gehaald, maar geen promotie bereikt. In 2001 degradeerde Gouda zelfs weer naar de vijfde klasse. In 2002 nam Willem Dekker als trainer het roer over. In zijn eerste seizoen sneuvelde Gouda nog in de nacompetitie.
In 2004 werd echter met grote voorsprong het kampioenschap behaald en volgde terugkeer naar de vierde klas.Het sterk verjongde team presteerde ook in het seizoen 2004–2005 goed. Gouda werd achter kampioen Floreant tweede. Die plaats betekende directe promotie en een nieuw hoogtepunt met het bereiken van de derde klasse KNVB.
Ook in het seizoen 2005-2006 verraste Gouda. We eindigden als derde in de derde klas en bereikten de nacompetitie. De promotiewedstrijden tegen Alphia en DSO leidden echter niet tot het gewenste resultaat. Dat werd wél bereikt in het seizoen 2006-2007. Een kampioenschap en promotie naar de tweede klasse bekroonde de opmars die onder de bezielende leiding van trainer Willem Dekker gestalte had gekregen.
En alsof het allemaal nog niet bijzonder genoeg was bereikte Gouda in het daarop volgende seizoen, het eerste onder leiding van trainer Jan-Willem Koorevaar, zelfs de eerste klasse. De promotie op zich was des te meer bijzonder, omdat onze jongens in maart nog moesten vrezen voor degradatie. Vanaf dat moment was echter sprake van een ongekende ommekeer. De ene na de andere wedstrijd werd gewonnen waardoor Gouda een wedstrijd voor het einde van de competitie ‘veilig’ was. Een resultaat waar we op zich al heel tevreden mee konden zijn. Maar de eindspurt had ook tot gevolg dat de derde periodetitel werd behaald. En in een zinderende serie nacompetitie-wedstrijden werden toen achtereenvolgens ook Heinenoord, Zwaluwen Vlaardingen en Alexandria ’66 in de finale op het neutrale veld van Nieuwerkerk (1-0 na verlenging; doelpunt Piet van Offeren) nog eens verslagen. Het ‘onmogelijke’ was waar geworden. Gouda Zaterdag naar de eerste klas. Waarmee de vierde promotie in vijf jaar een feit was.
Het verblijf in de eerste klasse (ingedeeld in West I) duurde slechts 1 seizoen. Halverwege kwam trainer Koos Waslander trainer Jan Willem Korevaar nog opvolgen, maar ook deze gelouterde ex prof kon het tij niet keren. Gouda werd één na laatste, net voor SC Voorland. Sindsdien is Gouda Zat., met veel eigen jongens, een stabiele tweede klasser gebleken. Eerst drie jaar onder nieuwe hoofdtrainer Cor den Daas (haalde tweemaal de nacompetitie om promotie) en sinds 2012 – 20113 onder trainer Frank Kooiman, oud keeper van o.a. Sparta en PSV en voordien trainer van stadgenoot Olympia.
In het seizoen 2012 – 2013 ging het echter om allerlei redenen niet naar wens. Uiteindelijk leidde dat tot een degradatie vanwege een 13e plaats met 26 gespeeld en 21 punten. Na dit seizoen namen vier spelers afscheid, die jarenlang in het eerste speelden, te weten Mo Saber, Laurens de Jong, Paul Helmond en aanvoerder Laurens Borg, pas 29 jaar, maar al sinds zijn vijftiende in het eerste. Gouda Zat. ging met een verjongd team de derde klasse in. Daarin zag het in het seizoen 2013 – 2014 geen kans potten te breken (26-24; 12e) en uiteindelijk kwam het aan op p/d wedstrijden tegen degradatie. Onder leiding van het interimduo Michael Blonk en Fred Tuinenburg, die trainer Frank Kooiman afgelost hadden, werd in de nacompetitie tegen Hermes DVS en Maasdijk goed gespeeld en werd duidelijk de derde klasse plek behouden. Daarin komt het verder verjongde team (Jeroen Toonen en Patrick de Bont gingen lager spelen) onder leiding te staan van de teruggekeerde trainer Willem Dekker.
In het seizoen 2014 – 2015 lukte het Gouda ZA net aan met een eindsprint, waarin wat oudgedienden een grote rol speelden, rechtstreekse degradatie te ontlopen, maar in de p/d nacompetitie met Haagse Hout en Maasdijk werd tweemaal met één goal verschil verloren en volgde degradatie naar de vierde klasse. Trainer Willem Dekker bleef in het seizoen 2015-2016, maar enkele belangrijke spelers vertrokken. Voordeel was dat er veel jeugdige spelers van 17 en 18 jaar (zoals Daan de Heer, Nadir Tanoti, Nick van der Elburg en Tim Dijkstra) ingepast moesten worden, die het goed deden. Gouda trachtte met dit verjongde elftal de nacompetitie om promotie te halen. Dat lukte, maar in de finale werd het tegen Excelsior R. 2-2 uit en 0-1 thuis, zodat er niet gepromoveerd werd.
In het seizoen 2016-2017 werd onder nieuwe trainer Jerry de Groot uit Nieuwerkerk aan den IJssel weer gepoogd mee te doen om promotie. Het team strandde echter op een teleurstellende 7e plaats, wel met aardig wat punten (26 gespeeld, 42 punten; doelsaldo 65-57). Trainer De Groot bleef in het seizoen 2017-2018, om opnieuw te pogen de derde klas te gaan halen, hoewel dat door de jaarlijkse overstap van sterke zondagverenigingen, die in de 4e klas moeten beginnen, wel steeds zwaarder wordt.
Vrouwen Seniorenvoetbal
Rond 1970 werd in de afdeling Gouda van de KNVB de belangstelling om een Damescompetitie op de zetten concreet. Gouda was er direct bij. Als je genoeg vrouwen had die interesse hadden zelf te voetballen en ook nog genoeg mensen om dat te begeleiden, dan kon je gewoon beginnen. In dit geval verzorgden Hennie Berckenkamp en Cor Smitskamp de voetbaltechnische kant (hun dochters deden mee), geassisteert door Ton Elst en bestuurlijk gezien verrichtten Nel van Ginkel en Wim Schuling de benodigde werkzaamheden. Rond diezelfde tijd ontstond bij de V&AV Gouda ook het Zaterdagvoetbal en het Honkbal, terwijl er al een Atletiekafdeling was. Kortom, de filosofie was, hoe meer zielen, hoe meer vreugd en ook hoe meer leden en dat kwam de vereniging (financieel) alleen maar ten goede. Vandaar dat Gouda omgedoopt werd van en V&AV in een SV = SportVerening. Van de in recente publicaties gememoreerde tegenstand in de begintijd van het damesvoetbal was bij Gouda volgens weinig te merken, hooguit een individuele knorrenpot die vond dat de dames niet konden voetballen. Het Zaterdagvoetbal kon in die tijd zelfs op meer weerstand rekenen binnen de vereniging.
Razendsnelle “sterspeler” Trudie van Driel zet de bal voor in de topper tegen Groeneweg
Er werd gestart met een proefcompetitie 1971 – 1972 in de GVB en een jaar later startte de eerste officiele competitie, waarin Gouda uitkwam in de eerste (hoogste) klasse en zich net wist te handhaven. Een jaar later werd Gouda al derde. Er kwamen twee sponsoren en zelfs een tweede elftal. In 1974-1975 deed Gouda mee om de titel van de afdeling Gouda en net als Groeneweg behaalde het 32 punten uit 18 wedstrijden, dus bijna het volle pond. De beslissingswedstrijd ging echter enigszins ongelukkig verloren met 0-2. Met ongeveer deze vriendengroep werd doorgespeeld t/m het seizoen 1978 -1979. Omdat er bij Gouda geen aanwas meer was, moest er op 8 juni 1979 in de Kegeltaveerne aan de Oosthaven op dat moment een punt achter gezet worden.
Aanvalster Trudie van Driel uit nood op doel en de moeder van Jilles Oosterom ruimt op; hij heeft het dus niet van een vreemde!
In 1988 is het Meidenvoetbal bij Gouda opgestart, op aandrang van enkele meiden. Trainer werd Michel van Lint. Na een aarzelend begin werden onze meiden steeds beter en tientallen teams hebben sinds die tijd een kampioenschap mogen vieren. Ook werden er vele toernooien en buitenlandse tripjes georganiseerd. Tot op de dag van vandaag heeft SV Gouda Meidenvoetbal en dit seizoen werden 2 van de 3 teams kampioen. Een seniorenteam heeft Gouda nog steeds niet terug en dat is vooral een kwestie van kadergebrek en ook dat Meiden rond hun 18e vaak stoppen wegens studie enz., overigens net als jongens, maar er zijn veel meer jongensteams dan meidenteams, dus er gaan ook meer jongens over naar de senioren. Maar mocht er kader gevonden worden, dan zou er zomaar weer een seniorenteam mee kunnen gaan doen aan de competitie. De eerste stap is al gezet met een Vrouwen 7×7 team 30+. En wie weet genereert het Vrouwen WK 2019 wel zoveel enthousiasme, dat we ook hier weer wat stappen kunnen zetten!
HSA; 3 juni 2019
Na ooit begin jaren zeventig van de vorige eeuw gestart te zijn, heeft Gouda heel lang vrouwenvoetbal binnen de club gehad. De laatste decennia alleen Meidenvoetbal, tot het laatste Gouda MO19-1 team graag verder wilde gaan. Na een oproep meldden zich een aantal ex speelsters en kon in de 4e klasse gestart worden.
Gouda/atletiek, verloren zoon en goede buur
In 1914, bij de promotie van ‘Excelsior’ van de GVB naar de grote NVB werd de naam gewijzigd in ‘Voetbal en Atletiekvereniging Gouda’. Toen werd dus gekozen voor een vereniging waar ook atletiek beoefend kon worden. Die sport was bij voetbalverenigingen dé manier om de zomer te overbruggen; voetbal was immers een wintersport en atletiek deed je in de zomer. Met als promotor Klaas Pluim werd er in 1914 al wat aan atletiek gedaan, maar dat bleek geen blijvertje. Rond 1925 ontstond er onder leiding van Faast van Soest weer even een opleving, maar daarna moest gewacht worden tot de jaren 1938-1939 eer er weer wat activiteiten ontplooid werden. Dit keer onder leiding van Joh. Tak. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verdween het georganiseerde sporten naar de achtergrond, maar in 1941 werd de draad weer opgepakt en geleidelijk nam de aandacht voor atletiek toe. In 1944 werd een ‘duelmeet’ gehouden met de toen sterke atletiektak van ONA. De door Piet Schouten beschikbaar gestelde wisselbeker ging naar de Korte Akkeren, maar werd in de jaren daarna steeds door Gouda gewonnen.
In 1944 sloten de broers van ons lid Cees Jansen zich aan. Deze broers, Joh., Marinus, Henk en Andries werden jarenlang het uithangbord van Gouda-atletiek. Zij brachten de meeste estafetterecords van het district op hun naam en werden ook Zuid-Hollands kampioen op de 4 x 100 meter. Trainer in die tijd was de heer Heijneman uit Schoonhoven. Hij wist waar het bij Gouda om ging, namelijk niet alleen te komen tot goede atleten, doch ook om de voetballers een betere wijze van lopen, springen en vlugger reageren bij te brengen.
Met name secretaris Rien Slingerland heeft zich vanaf de jaren vijftig voor de atletiek ingespannen, zodanig zelfs dat nog jaarlijks bij de AV Gouda het Slingerlandschild wordt uitgereikt aan een persoon die zich verdienstelijk heeft gemaakt voor de AV Gouda.
In de loop der jaren werden de prestaties vooral geleverd op de loopnummers, omdat Gouda niet beschikte over een echte atletiek accommodatie. In 1961 werd Gouda als ploeg Zuid-Hollands veldloopkampioen. Voor Gouda kwamen uit Wim van Wijk, Jan Zijderlaan, Joop Kooiman, Cor Peterse en Thomas Stolk. Sterloper was de lichtvoetige boerenzoon Jan Zijderlaan uit Polsbroek. In 1966 werd hij Nederlands veldloopkampioen op de 5000 meter, in 1968 en 1969 op de 10.000 meter. Begrijpelijk dat in die jaren de Gouda-cross een begrip was, vooral omdat Jan meedeed (en vaak won) en omdat er rond het terrein aan de Nieuwe Vaart een zwaar veldloopparcours kon worden uitgezet met een mooie finish voor de grote zittribune.
In de jaren zeventig kwam nationale subtopper (zevenkamp; specialiteit verspringen) Ada Blok haar carrière bij Gouda afbouwen en scherpte zo nog wat clubrecords aan. In 1975 werd Ans Boere sportvrouw van het jaar en in 1982 sprintster Yvonne Kortlever. Maar de verhuizing naar het Groenhovenpark was hét moment om zelfstandig te worden, zodat alle aandacht gericht kon worden op het ultieme doel: beschikken over een volwaardige atletiek accommodatie. In 1985 was het zover en werd die geopend door Fanny Blankers-Koen. En zo werd de verloren zoon een goede buur…
Honkbal, vijftien jaar onderdeel van ´Gouda´
Op 27 september 1965 wordt op de Jaarvergadering van de V & AV Gouda een bestuursvoorstel behandeld om een afdeling Honkbal aan de vereniging toe te voegen. Argumenten die daartoe door voorzitter Piet van Dam worden aangedragen zijn onder meer “dat een dergelijke afdeling zeker levensvatbaarheid heeft in onze vereniging, omdat het voor voetballers de mogelijkheid opent om ook in de zomermaanden een teamsport te beoefenen”.
In oktober wordt een voorlopige honkbalcommissie samengesteld: de heren Stouthart, Den Blijker en De Jong als bestuursleden van de V & AV Gouda, aangevuld met de heren Walthie en Wennekes. Zeker Wennekes zou een belangrijke rol spelen, omdat hij de enige was die als lid van honkbalhoofdklasser Sparta uit Rotterdam iets van honkbal afwist.
In januari 1966 beginnen de eerste binnentrainingen in de gymzaal van de Goeman Borgesiusschool en in maart worden de eerste schreden op het veld gezet. Er worden al oefenwedstrijden gespeeld en de accommodatie op het derde veld aan de Vaart wordt aangepast.
Op 28 maart 1966 wordt een officiële honkbalcommissie gekozen, bestaande uit de heren Stouthart, Scheepbouwer, Wennekes, De Jong en Walthie. De vereniging wordt ingeschreven bij het rayon Rotterdam van de Koninklijke Nederlandse Honkbal Bond. De eerste ledenlijst omvat zeventien namen, waarvan er dertien actief de knuppel zullen gaan hanteren.
De eerste competitiewedstrijd tegen Zwijndrecht, ook een nieuwe vereniging, wordt met 23-8 gewonnen. De tweede wedstrijd, de eerste op eigen veld, tegen SVO eindigt eveneens in een overwinning: 13-7.
In deze eerste competitie eindigt Gouda als tweede, achter het ervaren RFC met als werper Ton Benningshof. Een man die enkele jaren later Gouda als coach zal dienen.
Jack van Hove aan slag voor “Gouda” in oktober 1971. Veel voetballiefhebbers langs de lijn
Maar uiteindelijk is het honkbal binnen de V & AV Gouda toch niet levensvatbaar. De belangstelling van voetballers voor het honkbal bleek wat overschat. Op 3 november 1980 wordt na vijftien jaar de afscheiding een feit. De honkbalafdeling gaat zelfstandig verder onder de naam ‘The Braves’.
Met de verhuizing van Gouda naar het Groenhovenpark, in 1982, wordt de scheiding ook fysiek voltrokken. Voor het honkbal is daar geen accommodatie beschikbaar. Daarom blijft de honkbalclub op het vertrouwde veld aan de Nieuwe Vaart spelen. Totdat enkele jaren later de accommodatie in het sportpark Uiterwaard kan worden betrokken.
Jubileumboek ter gelegenheid van 100 jaar SV Gouda in 2006
De historie van de SV Gouda is uitgebreid beschreven in het jubileumboek “Met een open landauwer door de binnenstad”, ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan op 5 september 2006. De opgeschreven clubhistorie op deze website is daarvan grotendeels een uittreksel.
Op bijgaande foto de hoofdschrijvers, tevens redacteuren van het Officieel Orgaan, opgeheven in juli 2012 na 75 jaargangen. Overigens is het Officieel Orgaan nog wel digitaal op deze site te vinden.
Het eerste exemplaar van het jubileumboek wordt hier op de officiele receptie ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan in Sportcity uitgereikt aan voorzitter en oud-wethouder Wim Hommels (midden), door Rien van der Gaag (links) en Bert Hertog, decennialang redacteur en niet lang hierna helaas overleden.
Einde Officieel Orgaan 4 juli 2012
Op 4 juli 2012 werd de laatste papieren uitgave van het Officieel Orgaan uitgebracht. Ter gelegenheid daarvan werd een reunie bijeenkomst gehouden met veel oud medewerkers. Voortaan wordt de clubhistorie alleen nog digitaal beschreven.