Door Ton van Wieringen
Uit de serie Sportman van de Eeuw, Goudsche Courant 1999
Tijdens de oorlog vluchtte het gezin Van der Klink van Schiedam naar het veiliger en voedselrijker Stolwijk, waar men aanvankelijk huisvesting kreeg in de voetbalkantine en het ijsclubgebouw. Na 1945 ontpopte Frans van der Klink (1928-1976) zich al snel als een begenadigd voetballer. Majoor Polak, later beter bekend als Alexander Pola van NCRV’s Farce Majeure, stelde Frans als chauffeur aan en gaf hem alle gelegenheid zich aan zijn voetbalhobby te wijden. Met de bekende Hagenaar Mick Clavan speelde hij in het Nederlands Luchtmachtelftal.
Onder leiding van vader en voetbaltrainer Nol van der Klink werd Stolwijk in 1950 kampioen van de vierde klasse. In dit elftal speelde ook Thijs Verkaik die in 1959 en 1960 met vv Gouda amateurkampioen van Nederland werd. Over Van der Klink zegt hij: ,,Een zeer goede, kopsterke, sportieve voetballer met een uitstekende timing. Bij Stolwijk was hij meestal rechtsbuiten, bij andere clubs rechtsback”.
Oranje
In 1950 – er bestond toen nog geen betaald voetbal – stapte het Stolwijkse talent over naar eersteklasser Hermes DVS uit zijn voormalige woonplaats Schiedam. Op 15 oktober 1950 ging hij als reserve mee met het Nederlands Elftal naar Basel waar voor 23000 toeschouwers met 7-5 verloren werd van Zwitserland. In mei speelde Frans nog voor vierdeklasser Stolwijk en nauwelijks vijf maanden later debuteerde hij, als rechtsback, in het grote Oranje met beroemde medespelers als Rinus Terlouw, Abe Lenstra en doelman Piet Kraak. Met recht een bliksemcarrière! Vijfentwintig minuten voor het einde viel Van der Klink in voor de Amsterdammer Ferry Mesman. Het bleef bij 1 interland want nadien ontving de kaarsenmaker nooit meer een uitnodiging.
De Hongaarse Hermestrainer Janovics had er destijds de volgende verklaring voor: ,,Frans was als debutant te jong; hij had te weinig ervaring op eerste klasse niveau”. Het Nederlands Elftal verloor in 1950 alle 6 wedstrijden. Het was vooral kansloos tegen landen waar reeds betaald voetbal was ingevoerd. Dat Frans geen tweede kans kreeg, komt waarschijnlijk omdat er door de slechte resultaten veelvuldig gewisseld werd en omdat er na invoering van het betaalde voetbal in Nederland (1954) veel Hollandse profs terugkeerden uit het buitenland. Wel speelde de kopspecialist nog met het Voorlopig Nederlands Elftal tegen een Engels amateur-selectieteam van de Athenian League.
Olympia
Trainer Janovics was niet blij toen zijn uitblinker reeds in 1951 naar derdeklasser Middelburg vertrok. De werkloze Van der Klink had weinig keus toen hem een baan werd aangeboden bij Sloperij Polak. Twee seizoenen later dreef een nieuwe betrekking hem naar het Goudse Olympia.
Bij de start van het betaalde voetbal in 1954 kwam Frans uit voor Blauw-Wit. Acht seizoenen hadden de Amsterdammers plezier van hun aanvoerder. In het monumentale Olympisch Stadion behaalde hij met de zebra’s twee eerste divisie titels en speelde hij drie jaar, als semi-prof, in de eredivisie met onder anderen de Goudse politieagent Piet Frederiks, Barry Hughes, Martin Koeman (vader van Ronald en Erwin), Erwin Sparendam en Gerrie Clement (later vv Gouda). Prominente tegenstanders uit die tijd waren Kees Rijvers (Feijenoord), Coen Moulijn (Feijenoord), Faas Wilkes (VVV), Rinus Michels (Ajax), Hans Kraay sr. (DOS Utrecht) en Frans de Munck (DOS).
In 1962 keerde de werknemer van de Stearine Kaarsenfabriek Gouda – Apollo terug naar Stolwijk 1 waarin hij tot zijn 42e speelde. Op 14 augustus 1976 overleed Frans van der Klink tijdens een veteranentoernooi te Dordrecht aan een hartaanval.