Uit de serie Goudsch van Oud, Goudsche Courant (circa 2001)
Door Ton van Wieringen
Piet Verwey (foto), Maarten den Outer, Aad Kraan en Jan van der Haar hadden in de zestiger jaren gemeen dat ze een flink stukje konden koersen en gezamenlijk ongeveer veertig wedstrijden wonnen. Wat deze renners van het Goudse Excelsior ook gemeen hadden, was dat ze ondanks die overwinningen op weinig financiele steun hoefden te rekenen van sponsors en supporters.
“ Dit is een reden geweest dat wij moeilijker op een hoger plan kwamen, verduidelijkt Gouwenaar Verwey, die net als de latere topkeeper Ton Thie in de Rhijnvis Feithstraat woonde. Brabantse renners die een paar keer goed presteerden in een nieuwelingenwedstrijd, hadden meteen een supportersclub die geldelijk bijsprong. Sommigen konden hierdoor middagen vrij nemen om te trainen”. Tourwinnaar Jan Janssen zegt nu:” Piet was een uitstekende temporijder, vooral op lange, rechte wegen. Een bochtig parcours lag hem minder”. Verwey gaf daarom voorkeur aan klassiekers en van stad tot stadwedstrijden boven de rondjes om de kerk. Om meer grote wedstrijden te kunnen rijden stapte hij over van Excelsior naar het Halfwegse De Bataaf. In 1961, 1962 en 1963 deed de Gouwenaar mee aan Olympia’s Toer door Nederland als vertegenwoordiger van de sterke Hoover- , Dextro- en Aviaploeg. Onder leiding van Peter Post stonden de “stofzuigers van Hoover” – met Henk Nijdam en Mik Snijder – in 1961 bovenaan in elk klassement. Een jaar later won Piet de etappe Zundert – Roosendaal.
Nieuwerkerker Maarten den Outer kwam net als Verwey het beste uit de verf in de seizoenen 1961 en 1962. De intervaltrainingen van Nico van Dam – revolutionair voor die tijd – wierpen vruchten af voor de fietsenmaker. Hij behoorde tot de beste Nederlandse criteriumrenners. Uitslagen van 1961: Zeven overwinningen in Breda, Woerden (twee keer), Utrecht, Bodegraven, Strijen en Sint Willebrord; negen tweede plaatsen, twee derde plekken in onder meer de Ronde van Gouda, vijf vierde plaatsen en vier vijfde posities. Over hem zegt Jan Janssen: ”Had Maarten een gaatje van twintig meter, dan moest je er echt snel bij zijn, anders kon je de overwinning vergeten”. Rappe, slimme Maarten stond bekend als “kermiskoerser” maar kon ook het grotere werk aan, getuige zijn vijfde plaats in de 220 kilometerlange Ronde van Overijssel. Toen Den Outer in 1961 door de befaamde Caballeroploeg werd uitgenodigd voor Olympia’s Toer kon hij hieraan geen gevolg geven, omdat de organisator van de Ronde van Culemborg hem aan zijn contract hield.
Verwey en Den Outer duelleerden in die jaren met de beste Nederlandse amateurs en onafhankelijken( een categorie tussen amateurs en beroepsrenners): Bart Zoet, Gerben Karstens, Jan Janssen, Cees Haast, Jan Boog, Henk Hoekstra, Jan Pieterse, Gerrit de Wit, Lex van Kreuningen. Met succes manifesteerde Den Outer zich in 1962 ook op de baan. Nu is de baansport verre van populair maar toen trokken de programma’s in Amsterdam, Wageningen, Utrecht, Hilversum, Nijmegen en Apeldoorn duizenden toeschouwers. Maarten deed het zo goed dat hij met o.a. Gerard Koel en Jaap Oudkerk twee maanden naar Zuid-Afrika werd gezonden.
Van bovengenoemd kwartet hield Gouwenaar Aad Kraan het veruit het langst uit in de wielrennerij. Onlangs klasseerde hij zich als tweede in het wereldkampioenschap veldrit voor boven zestigjarigen. Zowel in criteria als in klassiekers pakte Kraan jarenlang “korte” prijzen. Van het drietal was hij ook de enige die deel uit maakte van het profpeloton. Hij fietste voor de Goudse beroepsrennersploeg van De Onderneming. Het scheelde erg weinig of Den Outer (1961), Kraan(1965) en Van der Haar (1967) hadden de Ronde van Gouda op de Koningin Wilhelminaweg gewonnen!
Toen Verwey en Den Outer wegens werkzaamheden en blessures hun fiets opborgen, was de Moordrechtse spurter Jan van der Haar in opkomst. Met overwinningen in Huybergen, Rijsbergen, Woensdrecht toonde hij zich een criteriumspecialist, die wedstrijden in de sprint kon beslissen.
Een verhaal apart was de koude, verregende Ronde van Zevenhuizen op donderdag 10 maart 1966, de dag dat Beatrix en Claus in het huwelijk traden. Bijna alle Nederlandse toppers gingen van start op een bouwterrein dat als parcours diende. Nederlands Kampioen Eef Dolman toonde zijn grote klasse door zo zwart als roet de resterende twintig dapperen te dubbelen en vervolgens met overmacht te winnen. Als derde en vierde finishten de latere beroepsrenners Gerard Vianen en Leo Duyndam. Jan van der Haar hield weliswaar de latere wereldkampioen Harm Ottenbros achter zich, maar verdiende daar niet meer mee dan een 12e plaats.
Lees ook: Piet Verweij wint 2e etappe in Olympia’s tour 1962
en over Goudse Wielrenmatadoren deel 1 en deel 2
.